ECLI:NL:GHARN:2011:BP8859

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000379-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor rijden zonder geldig rijbewijs met oog op recidive en kans op rehabilitatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1959, is recidivist en heeft zich schuldig gemaakt aan het rijden zonder geldig rijbewijs. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte heeft in hoger beroep een ommekeer in zijn leven willen bewerkstelligen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 56 uren, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten, waaronder eenvoudige belediging en mishandeling.

De advocaat-generaal had een zwaardere straf geëist, namelijk een werkstraf van 80 uren of 40 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft echter besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en dat hij desondanks een brommobiel bestuurde. De verdachte heeft tijdens de zitting zijn oprechte wens geuit om zijn leven op orde te krijgen, wat het hof heeft meegewogen in de strafoplegging.

Het hof heeft de landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging als uitgangspunt genomen, maar heeft besloten om geen gevangenisstraf op te leggen, gezien de positieve ontwikkeling die de verdachte lijkt te willen maken. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 56 uren, met de waarschuwing dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis kan worden opgelegd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000379-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-490085-09
Arrest van 22 maart 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 22 juni 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1959] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.B. Kleerekooper, advocaat te Hoenderloo.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake het hem ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 17 januari 2009 in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, in elk geval de categorie(ën) B en/of AM, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, het [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (brommobiel), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 17 januari 2009 in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorieën was afgegeven, op de weg, het [straat], als bestuurder een motorrijtuig, brommobiel, van die categorieën heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het besturen van een brommobiel, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs voor die categorie motorvoertuigen ongeldig was verklaard. Door aldus aan het verkeer deel te nemen heeft verdachte de verkeersveiligheid, daaronder begrepen de veiligheid van zijn medeweggebruikers, in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer veronachtzaamd.
Ter terechtzitting in hoger beroep is door en namens verdachte naar voren gebracht dat hij, mede gezien zijn leeftijd van 52 jaar, zijn leven nu eindelijk eens écht op orde wil krijgen. Verdachte heeft die wens met zodanige overtuigingskracht en kennelijke oprechtheid weten over te brengen dat daarin aanleiding is gelegen om hem een kans te geven zijn wens in daden om te zetten. Het uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 januari 2011 laat weliswaar zien dat verdachte vele malen is veroordeeld voor eenzelfde delict als in deze zaak alsmede voor vele andere strafbare feiten, maar eens moet toch de ommekeer kunnen komen in het leven van verdachte. Om die reden wordt met dat uittreksel slechts in beperkte mate rekening gehouden.
Van belang voor de strafoplegging is voorts dat in deze zaak uitspraak wordt gedaan gelijktijdig met de strafzaken onder parketnummers 24-000377-10 en 24-000378-10. In die zaken wordt verdachtes brommobiel verbeurd verklaard en wordt hem een gevangenisstraf en werkstraf opgelegd.
Het hof neemt ten aanzien van de straftoemeting de landelijke oriëntatiepunten als uitgangspunt, zodat een gevangenisstraf in beginsel passend en geboden is. Het hof acht het echter niet wenselijk de hiervoor genoemde positieve omslag in het leven van verdachte te doorkruisen door het opleggen van een gevangenisstraf. Derhalve zal het hof een werkstraf van nader te noemen duur opleggen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zesenvijftig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van achtentwintig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter, mr. J.A.A.M. van Veen en mr. E. Pennink, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Pennink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.