ECLI:NL:GHARN:2011:BP8829

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002321-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gebruik van vals paspoort en valsheid in geschrift bij aanvraag sofinummer

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1984, werd beschuldigd van het gebruik van een vals paspoort en valsheid in geschrift. De verdachte had op 22 juli 2009 in de gemeente [gemeente] een informatieformulier voor een sofinummer valselijk ingevuld en ondertekend, waarbij hij de personalia en handtekening van een ander had vervalst. Daarnaast had hij op dezelfde datum een paspoort op naam van een ander gebruikt om zich te identificeren bij de Belastingdienst, met als doel een sofinummer te verkrijgen.

De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden. De verdachte ging in hoger beroep, waarbij zijn raadsman aanvoerde dat de aanhouding onrechtmatig was, omdat deze buiten heterdaad had plaatsgevonden zonder toestemming van de officier van justitie. Het hof oordeelde dat er sprake was van een vormverzuim, maar dat dit niet leidde tot bewijsuitsluiting, aangezien de verdachte geen daadwerkelijk nadeel had ondervonden.

Het hof achtte de tenlastelegging bewezen en kwalificeerde de feiten als valsheid in geschrift en opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument. De straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan. Uiteindelijk werd het vonnis van de politierechter vernietigd en werd de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002321-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-034107-09
Arrest van 22 maart 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 15 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. H.J. Voors, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake het hem onder 1 en 2 primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 22 juli 2009 in de gemeente [gemeente] een informatieformulier ten behoeve van een aanvraag sofinummer, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk de personalia en/of de handtekening, welk(e) moest(en) doorgaan voor de personalia van [naam] (geboren te [geboorteplaats], Marokko), geplaatst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
hij op of omstreeks 22 juli 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een paspoort op naam van [naam] (geboren te [geboorteplaats], Marokko), welk gebruik hierin bestond dat hij, verdachte, toen daar dat paspoort ter identificatie heeft afgegeven en/of heeft laten zien aan (een) ambtena(a)r(en) van de belastingdienst, teneinde een sofinummer te verkrijgen;
subsidiair althans, indien vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 juli 2009 in de gemeente [gemeente] in het bezit was van een reisdocument, te weten een paspoort op naam van [naam], geboren te [geboorteplaats], Marokko, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat op/in dat paspoort een foto van hem, verdachte, was aangebracht en het geboortejaar was gewijzigd.
Overweging ten aanzien van het bewijs
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof betoogd dat de aanhouding van verdachte onrechtmatig is geweest, nu verdachte buiten heterdaad is aangehouden zonder dat de officier van justitie, dan wel de hulpofficier van justitie daartoe een bevel had afgegeven. Dit door de raadsman als onherstelbaar aangemerkt verzuim (als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering) zou primair tot bewijsuitsluiting en dus vrijspraak moeten leiden, aldus de raadsman. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat vorenbedoeld vormverzuim strafvermindering tot gevolg zou moeten hebben.
Met de raadsman is het hof van oordeel dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. In het onderhavige geval acht het hof deze schending echter niet dermate ernstig dat hieraan rechtsgevolgen dienen te worden verbonden. Het ligt voor de hand dat, indien toestemming voor aanhouding zou zijn gevraagd, deze zou zijn verkregen. Verdachte heeft derhalve geen daadwerkelijk nadeel geleden door het vormverzuim. Het hof zal daarom ten aanzien van de aanhouding buiten heterdaad op 23 juli 2009 volstaan met de vaststelling dat van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering sprake is.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op of omstreeks 22 juli 2009 in de gemeente [gemeente] een informatieformulier ten behoeve van een aanvraag sofinummer, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk de personalia en de handtekening, welke moesten doorgaan voor de personalia van [naam] (geboren te [geboorteplaats], Marokko) geplaatst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2. primair
hij op of omstreeks 22 juli 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een paspoort op naam van [naam] (geboren te [geboorteplaats], Marokko), welk gebruik hierin bestond dat hij, verdachte, toen daar dat paspoort ter identificatie heeft afgegeven en heeft laten zien aan een ambtenaar van de Belastingdienst, teneinde een sofinummer te verkrijgen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
Onder 1: Valsheid in geschrift;
Onder 2 primair: Opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een vals paspoort in zijn bezit gehad. Verdachte heeft gebruik gemaakt van dit valse paspoort om een sofinummer te verkrijgen. Daartoe heeft verdachte een formulier van de Belastingdienst valselijk ingevuld en daaronder een valse handtekening gezet. Verdachte heeft bij het verkrijgen van dit formulier het paspoort dat op naam van [naam] stond, getoond en overhandigd, waarmee hij zich aldus heeft gelegitimeerd als zijnde die andere persoon.
Verdachte heeft hiermee het vertrouwen geschonden dat in het maatschappelijk verkeer in de juistheid van dit soort documenten moet kunnen worden gesteld.
Het hof heeft gelet op een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 13 januari 2011, waaruit blijkt dat hij in Nederland niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit.
Gelet op het voorgaande acht het hof de door de politierechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 225 en 231 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter, mr. J.A.A.M. van Veen en mr. E. Pennink, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Pennink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.