ECLI:NL:GHARN:2011:BP8653
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ontslag van rechtsvervolging wegens opzettelijke weigering om te voldoen aan vordering op basis van de Wegenverkeerswet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, die de verdachte had ontslagen van alle rechtsvervolging. De verdachte was beschuldigd van opzettelijke weigering om te voldoen aan een vordering op basis van artikel 160 van de Wegenverkeerswet 1994. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld, waarna het gerechtshof Arnhem het vonnis heeft vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 25 november 2008 in de gemeente [gemeente] opzettelijk niet heeft voldaan aan een vordering van een politieambtenaar, die hem had bevolen zijn rijbewijs ter inzage af te geven. Het hof oordeelde dat de opzettelijke weigering om aan deze vordering te voldoen, een strafbaar feit oplevert volgens artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging en heeft de strafbaarheid van het feit vastgesteld. De verdachte had verklaard dat hij niet voldeed aan de vordering om te zien hoe ver hij kon gaan, maar het hof benadrukte dat het niet voldoen aan rechtmatige vorderingen van politieambtenaren strafbaar is om het gezag van de politie te waarborgen. De verdachte had later alsnog zijn medewerking verleend en had geen eerdere veroordelingen, wat in zijn voordeel werd meegewogen.
De advocaat-generaal had een geldboete van 170 euro gevorderd, subsidiair drie dagen vervangende hechtenis. Het hof oordeelde dat deze straf passend was, gezien de aard en ernst van het feit. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een geldboete van 170 euro, met de bepaling dat vervangende hechtenis voor drie dagen zou worden toegepast indien niet aan de betalingsverplichting werd voldaan. Het arrest is gewezen op 22 maart 2011.