ECLI:NL:GHARN:2011:BP8643

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
18 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002260-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van valsheid in geschrift in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1957 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door haar raadsman, mr. R.W. Koevoets. De zaak betrof valsheid in geschrift, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het gebruik van een valse of vervalste fotokaart om een vergunning tot verblijf te verkrijgen. De tenlastelegging omvatte het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen.

Het hof heeft vastgesteld dat uit het dossier niet kon blijken dat de verdachte het geschrift valselijk heeft opgemaakt of vervalst. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, maar het hof oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat zij het onder 2 ten laste gelegde feit had gepleegd. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van dit feit en verklaarde haar niet ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van de andere ten laste gelegde feiten.

De uitspraak van het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep voor zover aan hoger beroep onderworpen en sprak de verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. F.W.J. den Ottolander buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002260-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-460369-09
Arrest van 18 maart 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1957] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. R.W. Koevoets, advocaat te Rotterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 1 en 3 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake van het onder 2 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - voor zover in hoger beroep van belang - ten laste gelegd, dat:
feit 2:
zij in of omstreeks de periode van 6 oktober 2008 tot 27 mei 2009 in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, een (bijlage) fotokaart ter verkrijging van een vergunning tot verblijf, met alle rechten daaraan verbonden (in het kader van de uitvoering van de regeling afwikkeling van de nalatenschap oude Vreemdelingenwet (WBV 2007/11 beter bekend als de zogenaamde Speciale Regeling of Pardonregeling) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk en in strijd met de waarheid,
- op die Bijlage Fotokaart de personalia [naam], geboren [1964] heeft geschreven/vermeld/weergegeven als ware zij die [naam] en/of
- een handtekening op die Bijlage Fotokaart vermeld/geschreven als ware zij die [naam], zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Vrijspraak
Het hof acht het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, nu uit het dossier slechts kan blijken dat verdachte gebruik heeft gemaakt van een valse of vervalste (bijlage) fotokaart ter verkrijging van een vergunning tot verblijf, maar niet dat verdachte degene is die dat geschrift valselijk heeft opgemaakt of vervalst.
Aldus acht het hof niet bewezen hetgeen onder 2 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat zij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in haar hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 1 en 3 ten laste gelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt haar daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. A. Dijkstra, voorzitter, mr. J.A.A.M. van Veen en mr. F.W.J. den Ottolander, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. F.W.J. den Ottolander buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.