ECLI:NL:GHARN:2011:BP8640

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
18 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002067-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling voor mishandeling en bedreiging in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde verkrachting en poging tot zware mishandeling, omdat niet voldoende bewijs aanwezig was dat hij geweld of bedreiging had gebruikt. Echter, de verdachte werd wel veroordeeld voor meermalen mishandeling van zijn (ex-)echtgenote en dochter, alsook voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken van de meeste aanklachten, maar het hof oordeelde dat de mishandeling en bedreiging wel bewezen konden worden. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. Het hof overwoog dat de verdachte de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffers had geschonden en dat zijn handelen psychische gevolgen had voor hen. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, ondanks de vrijspraak voor andere aanklachten. Het hof heeft de straf bepaald op basis van de aard en ernst van de feiten, evenals de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002067-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-607034-07
Arrest van 18 maart 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 augustus 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1954] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte,
mr. J. Sinnema, advocaat te Emmen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het hem onder 1, 2, eerste onderdeel, en 3 ten laste gelegde en hem ter zake van de onder 2, tweede onderdeel, ten laste gelegde mishandeling veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie en de verdachte zijn op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het door verdachte ingestelde hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 1 en 3 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte onder 1, 2, tweede onderdeel, en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 1998 tot en met 24 januari 2007, in elk geval op of omstreeks 21 januari 2007 te [plaats], gemeente [gemeente 1] en/of te [gemeente 2] en/of [gemeente 3] en/of elders in Nederland, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal, zijn penis in de vagina en/of de billen of anus en/of de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte die [slachtoffer 1] (met kracht) tegen of op haar lichaam en/of haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of getrapt en/of zich dominant en/of (zeer) agressief heeft gedragen en/of misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht en/of (aldus) (telkens) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan (waaraan zij zich niet kon en/of durfde te onttrekken);
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 1998 tot en met 24 januari 2007, te [plaats], gemeente [gemeente 1] en/of te [gemeente 2] en/of te [gemeente 3] en/of elders in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 1] tegen of op haar lichaam en/of haar hoofd, heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of getrapt en/of die [slachtoffer 1] haar keel heeft dichtgedrukt en/of dichtgeknepen en/of dichtgedrukt en/of dichtgeknepen heeft gehouden en/of (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) zijn, verdachtes, voet op de keel van die [slachtoffer 1] heeft gedrukt en/of gedrukt gehouden, terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 1998 tot en met 24 januari 2007, te [plaats], gemeente [gemeente 1] en/of te [gemeente 2] en/of te [gemeente 3] en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk mishandelend
-zijn (toenmalige) echtgenote [slachtoffer 1] meermalen, in elk geval eenmaal, (met kracht) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt,
en/of
-zijn dochter [slachtoffer 2] (geboren [1991]) meermalen, in elk geval eenmaal,(met kracht) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt,
waardoor deze perso(o)n(en) (telkens) letsel en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2004 tot en met 14 februari 2007, te [plaats], gemeente [gemeente 1] en/of elders in Nederland, (telkens) [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik vermoord je" en/of "Ik maak je af" en/of "Ik maak je invalide" en/of "Als ik vrij kom zal ik jou vinden, ik zal jou afmaken. Jouw kinderen gaan er ook aan, ik maak jullie af", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 1 en onder 2, eerste onderdeel, aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Het hof is ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde met de rechtbank van oordeel dat uit het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] onvoldoende concreet blijkt dat zij door geweld of bedreiging met geweld of andere feitelijkheid is gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen in het lichaam. Uit de aangifte volgt dat aangeefster tegen haar wil seks heeft gehad met verdachte, maar onvoldoende concreet is gebleken dat zij daartoe is gedwongen door het gebruik van geweld en/of andere feitelijkheden of bedreiging met geweld en/of andere feitelijkheden.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde is het hof met de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte heeft getracht [slachtoffer 1] en zijn dochter opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
2. (tweede onderdeel)
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 1998 tot en met 24 januari 2007, te [plaats], gemeente [gemeente 1] en/of te [gemeente 2] en/of te [gemeente 3] en/of elders in Nederland, meermalen opzettelijk mishandelend
-zijn (toenmalige) echtgenote [slachtoffer 1], (met kracht) tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt,
en
-zijn dochter [slachtoffer 2] (geboren [1991]), (met kracht) tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze personen (telkens) letsel en/of pijn hebben ondervonden;
3.
hij in de periode van 25 januari 2007 tot en met 14 februari 2007, in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd:"Als ik vrij kom zal ik jou vinden, ik zal jou afmaken. Jouw kinderen gaan er ook aan, ik maak jullie af".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 als mishandeling en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 2, tweede onderdeel: mishandeling begaan tegen zijn echtgenoot en zijn kind, meermalen gepleegd;
onder 3: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in of omstreeks de periode van 1 juni 1998 tot en met 24 januari 2007 meermalen schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn (ex-)echtgenote [slachtoffer 1] en zijn dochter. Daarmee heeft verdachte de lichamelijke integriteit van aangevers geschonden. Ook heeft zijn handelen psychische gevolgen gehad voor zijn (ex-) echtgenote en zijn dochter.
Uit het dossier volgt dat verscheidene instanties, zoals de medische opvang van de COA en de school waar verdachtes dochter onderwijs volgt, hun zorg hebben geuit over haar ontwikkeling, mede veroorzaakt door het bewezen verklaarde.
Voorts heeft verdachte zich in de periode van 25 januari 2007 tot en met 14 februari 2007 schuldig gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer 1] door haar - vanuit de penitentiaire inrichting - te bedreigen met de woorden dat hij, als hij vrij komt, haar zal vinden en haar en de kinderen zal afmaken. [slachtoffer 1] is bang dat verdachte zijn voornemen zal uitvoeren.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 januari 2011 is gebleken dat verdachte eerder is veroordeeld wegens strafbare feiten.
Hoewel het hof ten opzichte van de bewezenverklaring in eerste aanleg een feit meer bewezen acht, zal het hof een gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan de straf die in eerste aanleg is opgelegd. Gelet op het tijdsverloop ziet het hof geen aanleiding tot een zwaardere bestraffing.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 285, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 1 en 3 ten laste gelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en onder 2, eerste onderdeel, ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 2, tweede onderdeel, en 3 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2, tweede onderdeel, en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. E. de Witt, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Zomer als griffier.