ECLI:NL:GHARN:2011:BP8638
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.A.A.M. van Veen
- A. Dijkstra
- F.W.J. den Ottolander
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van openlijke geweldpleging wegens onvoldoende bewijs van significante bijdrage van verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijke geweldpleging, maar heeft tegen deze veroordeling hoger beroep aangetekend. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd en de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een geldboete van € 250,- had geëist, subsidiair 5 dagen vervangende hechtenis. De advocaat-generaal had ook gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere werkstraf zou worden afgewezen.
Het hof heeft de tenlastelegging van openlijke geweldpleging beoordeeld, waarbij de verdachte werd beschuldigd van deelname aan een gewelddadige confrontatie in de periode van 6 tot 7 september 2008. De beschuldigingen omvatten onder andere het omsingelen, dreigend opdringen, en fysiek geweld tegen twee slachtoffers. Na zorgvuldige overweging heeft het hof geconcludeerd dat niet is komen vast te staan dat de verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de openlijke geweldpleging. Hierdoor achtte het hof het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Als gevolg hiervan heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Tevens heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde werkstraf afgewezen, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de openlijke geweldpleging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren, en is opgemaakt door de griffier.