ECLI:NL:GHARN:2011:BP7664
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.H. Bosch
- D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo
- G.M. Meijer-Campfens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bezit van cocaïne en vernieling, vrijspraak voor uitgeven van vals geld
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1986, was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. O. Bolluyt. De zaak betreft meerdere tenlasteleggingen, waaronder het opzettelijk uitgeven van vals geld, het bezit van cocaïne en de vernieling van een ruit. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld, maar de verdachte ging in hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 november 2007 in de gemeente [gemeente] opzettelijk vals geld heeft uitgegeven, maar oordeelt dat niet bewezen kan worden dat hij op de hoogte was van de valsheid van het geld. Daarom is de verdachte vrijgesproken van deze tenlastelegging. Wel is bewezen dat hij op dezelfde datum ongeveer 0,8 gram cocaïne in zijn bezit had en dat hij op 14 januari 2008 een ruit heeft vernield. Het hof heeft de verdachte hiervoor strafbaar geacht.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van drie weken en dat de in beslag genomen valse bankbiljetten en cocaïne aan het verkeer zouden worden onttrokken. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gedeeltelijk toegewezen en de in beslag genomen cocaïne onttrokken aan het verkeer. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, waarbij rekening is gehouden met zijn strafrechtelijk verleden en de tijd die hij al in verzekering heeft doorgebracht. Het hof heeft de teruggave gelast van de overige bankbiljetten aan de verdachte, nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzet.