ECLI:NL:GHARN:2011:BP6984
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens niet voldoen aan identiteitsbewijs verplichting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht, dat op 22 juni 2010 was gewezen. De verdachte was aangeklaagd voor verzet tegen een politieambtenaar die hem had aangehouden wegens het niet tonen van een identiteitsbewijs, zoals vereist onder artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had op 17 maart 2009 in Utrecht, tijdens zijn aanhouding, zich verzet tegen de politieambtenaar die hem trachtte te geleiden naar het politiebureau. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewijsbeslissing kwam. Het hof oordeelde dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, omdat hij op het moment van aanhouding reeds had voldaan aan de verplichting om een identiteitsbewijs te tonen. De verdachte had aanvankelijk geen identiteitsbewijs bij zich, maar zijn vriendin had hem erop gewezen dat hij wel een paspoort in zijn jas had. Toen de politie vroeg om in zijn jaszakken te kijken, gaf de verdachte toestemming, waarna het paspoort werd aangetroffen. Het hof concludeerde dat de politieambtenaren op dat moment niet meer in de rechtmatige uitoefening van hun bediening waren, waardoor de verdachte niet kon worden aangehouden. Het hof sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.