ECLI:NL:GHARN:2011:BP6977
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling door het Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. [appellant], gehuwd naar Turks recht, had samen met zijn echtgenote een verzoek ingediend, maar zijn echtgenote was eerder door de rechtbank Arnhem toegelaten tot de regeling. De appellant had een aanzienlijke schuldenlast, waaronder een schuld aan ASR Verzekeringen van € 4.336,80, die voortkwam uit een aanrijding die hij had veroorzaakt zonder geldig rijbewijs. De politierechter had hem hiervoor veroordeeld tot werkstraffen en voorwaardelijke hechtenis. Het hof oordeelde dat het vonnis van de politierechter onherroepelijk was en dat [appellant] niet aannemelijk had gemaakt dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden. Het hof weegt ook mee dat de enkele omstandigheid dat zijn echtgenote was toegelaten tot de regeling, niet automatisch betekent dat hij ook recht heeft op toelating. Het hof concludeert dat er onvoldoende bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de regels rechtvaardigen. Daarom bekrachtigt het hof het vonnis van de rechtbank Arnhem van 10 januari 2011, waarin het verzoek van [appellant] tot schuldsanering was afgewezen.