ECLI:NL:GHARN:2011:BP6966

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000309-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Noodweer als verweer tegen beschuldiging van mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, maar heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij handelde uit noodweer. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 31 januari 2009 heeft de verdachte in de gemeente [gemeente] een persoon, [slachtoffer], in het gezicht geslagen, wat leidde tot letsel en pijn bij het slachtoffer. De verdachte heeft verklaard dat hij dit deed ter verdediging van zijn lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer.

Tijdens de zittingen op 15 oktober 2010 en 18 februari 2011 heeft de verdachte zijn verklaring nader toegelicht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte schuldig zou verklaren en hem zou veroordelen tot een geldboete van € 250,- of 5 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geoordeeld dat het beroep op noodweer slaagt. Gezien de verklaringen van de verdachte en de inhoud van het dossier, acht het hof het voldoende aannemelijk dat de verdachte handelde uit noodzakelijke verdediging.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging. De uitspraak houdt in dat het hof de verdachte niet strafbaar heeft verklaard en hem van alle rechtsvervolging heeft ontslagen, wat betekent dat hij niet verder wordt vervolgd voor de beschuldiging van mishandeling. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de zaak hebben beoordeeld en tot deze beslissing zijn gekomen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000309-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-023826-09
Arrest van 4 maart 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 15 januari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. U. Yildirim, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 15 oktober 2010 en 18 februari 2011, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het aan verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een geldboete van € 250,-, subsidiair 5 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 31 januari 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), één of meerdere malen in het gezicht, althans tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 31 januari 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], éénmaal in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof aangevoerd dat verdachte het bewezen verklaarde feit heeft begaan uit zelfverdediging. De verdachte heeft zijn verklaring, zoals hij die heeft afgelegd bij de politie, ter terechtzitting van het hof (d.d. 15 oktober 2010) nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verweer dient te worden verworpen
Gezien de verklaringen van verdachte, alsmede de inhoud van het dossier, acht het hof het voldoende aannemelijk geworden dat de verdachte het feit heeft begaan, geboden door de noodzakelijke verdediging van zijn lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer.
Het beroep op noodweer slaagt. Het hof zal de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte als voormeld ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart verdachte echter niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. W. Foppen en mr. G.M. Meijer-Campfens, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier.