ECLI:NL:GHARN:2011:BP6966
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- O. Anjewierden
- W. Foppen
- G.M. Meijer-Campfens
- Rechtspraak.nl
Noodweer als verweer tegen beschuldiging van mishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, maar heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij handelde uit noodweer. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 31 januari 2009 heeft de verdachte in de gemeente [gemeente] een persoon, [slachtoffer], in het gezicht geslagen, wat leidde tot letsel en pijn bij het slachtoffer. De verdachte heeft verklaard dat hij dit deed ter verdediging van zijn lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer.
Tijdens de zittingen op 15 oktober 2010 en 18 februari 2011 heeft de verdachte zijn verklaring nader toegelicht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte schuldig zou verklaren en hem zou veroordelen tot een geldboete van € 250,- of 5 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geoordeeld dat het beroep op noodweer slaagt. Gezien de verklaringen van de verdachte en de inhoud van het dossier, acht het hof het voldoende aannemelijk dat de verdachte handelde uit noodzakelijke verdediging.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging. De uitspraak houdt in dat het hof de verdachte niet strafbaar heeft verklaard en hem van alle rechtsvervolging heeft ontslagen, wat betekent dat hij niet verder wordt vervolgd voor de beschuldiging van mishandeling. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de zaak hebben beoordeeld en tot deze beslissing zijn gekomen.