ECLI:NL:GHARN:2011:BP6546

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
2 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000787-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal en vernieling met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1986, was eerder veroordeeld voor diefstal en vernieling. Het hof heeft de verdachte ter zake van diefstal en vernieling veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, met aftrek van het voorarrest. De zaak betreft twee afzonderlijke strafzaken, aangeduid als zaak A en zaak B, waarin de verdachte onder andere beschuldigd werd van het opzettelijk beschadigen van een fiets en het vernielen van een kozijn. De advocaat-generaal had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken geëist, maar het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 15 juli 2009 opzettelijk en wederrechtelijk een fiets heeft beschadigd, maar sprak hem vrij van de schade aan het kozijn. De strafmotivering was gebaseerd op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten. Het hof heeft de artikelen 27, 63, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000787-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-400133-09 en 07-460451-09
Arrest van 2 maart 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 maart 2010 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 07-400133-09 en 07-460451-09 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, hierna te noemen respectievelijk zaak A en zaak B, tegen:
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte in de gevoegde zaken bij vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep op 16 februari 2011, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van hetgeen aan hem in zaak A en B aan is ten laste gelegd, zal veroordelen tot een onvoorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 6 weken, met aftrek van de in verzekering en voorlopige hechtenis door gebrachte tijd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
zaak A
hij op of omstreeks 04 mei 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee tomaten en/of een spuitbus deodorant, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zaak B
1.
hij op of omstreeks 15 juli 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een kozijn van een toegangsdeur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 15 juli 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Vrijspraak van in zaak B onder 1 ten laste gelegde
Het hof acht niet bewezen dat de schade aan het betreffende kozijn is toegebracht door het handelen van verdachte, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
zaak A
hij op 4 mei 2009 in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee tomaten en een spuitbus deodorant, toebehorende aan [bedrijf 1].
zaak B
2.
hij op 15 juli 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een fiets, toebehorende aan [slachtoffer], heeft beschadigd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
diefstal;
en
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort beschadigen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal en aan beschadiging van een fiets. Door aldus te handelen heeft verdachte ervan blijk gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van anderen.
Blijkens een verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 17 december 2010 is verdachte eerder voor (soortgelijke) strafbare feiten veroordeeld.
Het hof houdt bij de strafoplegging voorts rekening met het door Tactus Verslavingszorg opgemaakte rapport d.d. 26 februari 2010 en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, voor zover deze uit het dossier naar voren zijn gekomen.
Gelet op de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, het recidiverisico en de documentatie van verdachte, acht het hof een vrijheidsstraf noodzakelijk. Een lichtere strafmodaliteit is, gelet hierop, dan ook niet meer aan de orde. Het hof zal afwijken van de vordering van de advocaat-generaal, nu het hof tot een beperktere bewezenverklaring komt. Het hof acht een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 27, 63, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte in zaak B onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld in zaak A en in zaak B onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier weken;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter, mr. H.J. Deuring en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse als griffier, zijnde mr. G.N. Roes buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.