Parketnummer: 24-000765-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-600663-09
Arrest van 2 maart 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 januari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
volgens opgave van verdachte ter terechtzitting van het hof:
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande en als postadres: [postadres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw L.F. Withaar-Weijns, advocaat te Urk.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep op 16 februari 2011, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van beide feiten zal veroordelen tot een werkstraf van 62 uur, subsidiair 31 dagen vervangende hechtenis, en dat het hof het in beslag genomen goed zal verbeurdverklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 13 februari 2009 te [plaats] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
2.
hij op of omstreeks 18 maart 2009 te [plaats] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 13 februari 2009 te [plaats], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen ongeldig was verklaard, en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorieën was afgegeven, op de weg, [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
2.
hij op 18 maart 2009 te [plaats], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich - in een kort tijdsbestek - tweemaal schuldig gemaakt aan het rijden in een personenauto, terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Door aldus aan het verkeer deel te nemen heeft verdachte de verkeersveiligheid, daaronder begrepen de veiligheid van zijn medeweggebruikers, in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer verontachtzaamd.
Verdachte is blijkens een uittreksel justitiële documentatie d.d. 17 december 2010 eerder veroordeeld voor hetzelfde feit.
Het hof heeft gelet op hetgeen ter terechtzitting door en namens verdachte omtrent zijn persoonlijke omstandigheden naar voren is gebracht.
Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof bepleit dat hij door de politierechter dubbel gestraft is, nu deze een werkstraf heeft opgelegd en de verbeurdverklaring van zijn personenauto heeft bevolen.
Het hof neemt ten aanzien van de straftoemeting de landelijke oriëntatiepunten als uitgangspunt. In beginsel is een gevangenisstraf voor de duur van twee weken (per feit) passend en geboden, zodat een gevangenisstraf van vier weken uitgangspunt dient te zijn. Ter zitting heeft verdachte verzocht hem een werkstaf op te leggen. Gelet op de beperkte documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is bestraft met een werkstraf, acht het hof de door de politierechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf als hoofdstraf, met als doel vergelding, passend. In het betoog van verdachte ziet het hof geen aanleiding om een kortere werkstraf of een andere strafmodaliteit op te leggen.
Verbeurdverklaring
Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof betoogd dat hij zich vanaf 18 maart 2009 tot en met de zitting van het hof op 16 februari 2011 niet schuldig gemaakt aan verkeersdelicten. Daarnaast bedroeg de waarde van voornoemde personenauto ten tijde van de inbeslagname circa 2500 euro, aldus verdachte, zodat hij ook financieel getroffen wordt.
De onder verdachte in beslag genomen personenauto - merk Honda, kenteken [kenteken], kleur groen - is vatbaar voor verbeurdverklaring. Immers, met behulp van dit voorwerp, bij verdachte in gebruik, zijn de hiervoor bewezen verklaarde feiten begaan, terwijl uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat verdachte de personenauto ten eigen bate kan aanwenden. Het hof ziet hierin aanleiding de verbeurdverklaring - als bijkomende straf bedoeld om verdachte in zijn vermogenspositie te treffen - van voornoemde personenauto te bevelen. Het hof heeft hierbij gelet op de draagkracht van verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken.
Gelet op de verschillende strafdoelen is er dan ook geen sprake van een dubbele bestraffing.
Van de zijde van verdachte is niet om compensatie op grond van artikel 33c van het Wetboek van Strafrecht verzocht, noch is aannemelijk geworden dat hiertoe aanleiding bestaat omdat verdachte zonder compensatie onevenredig wordt getroffen.
Dat verdachte in de periode vanaf de inbeslagname van zijn personenauto tot en met de dag van het onderzoek ter terechtzitting geen verkeersdelicten heeft begaan, doet aan het voorgaande niet af. Veeleer lijkt de bevolen verbeurdverklaring als een effectieve bijkomende straf te kunnen worden aangemerkt.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tweeënzestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van eenendertig dagen zal worden toegepast;
verklaart verbeurd:
een personenauto, kenteken [kenteken], merk Honda, kleur groen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse als griffier, zijnde mr. G.N. Roes buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.