ECLI:NL:GHARN:2011:BP5804
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.M.J. Denie
- E. van der Herberg
- T.M.L. Wolters
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na acht jaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die sinds 17 oktober 2002 onder deze maatregel valt. De rechtbank Amsterdam had eerder op 20 oktober 2010 besloten om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld. Het hof benadrukt dat het tijdsverloop van acht jaar in relatie tot de ernst van het delict, namelijk poging tot zware mishandeling, moet worden meegewogen in de beslissing over de verlenging. Het hof stelt dat, naarmate de maatregel langer duurt, het belang van de terbeschikkinggestelde steeds zwaarder moet wegen in de afweging met de belangen van de maatschappij.
Het hof concludeert dat er in dit geval geen sprake is van disproportionaliteit, omdat naast het tijdsverloop ook de aard van de stoornis en het actuele recidivegevaar in overweging moeten worden genomen. Het hof verwacht van de kliniek dat er voor de volgende verlengingsvordering een plan voor het resocialisatietraject van de betrokkene gereed is, en dat de nodige voortvarendheid wordt betracht. De raadsman van de terbeschikkinggestelde had verzocht om aanhouding van het onderzoek om de mogelijkheden van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken, maar dit verzoek werd door het hof afgewezen. Het hof oordeelt dat, ondanks de positieve ontwikkeling van de betrokkene, de delictgevaarlijkheid nog steeds aanwezig is en dat voorwaardelijke beëindiging van de verpleging op dit moment niet aan de orde is.
De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de raden waren buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen. De zaak benadrukt de zorgvuldigheid die in acht moet worden genomen bij de verlenging van terbeschikkingstellingen, vooral in het licht van de rechten van de terbeschikkinggestelde en de bescherming van de maatschappij.