ECLI:NL:GHARN:2011:BP4965

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
17 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001782-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor verdachte van mensenhandel wegens gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was aangeklaagd voor mensenhandel, waarbij hij zou hebben geprobeerd twee slachtoffers te dwingen tot seksuele handelingen. Het hof heeft vastgesteld dat de beschuldigingen voornamelijk zijn gebaseerd op de verklaringen van de slachtoffers, zonder voldoende steunbewijs uit andere bronnen. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg vrijgesproken van het tweede ten laste gelegde feit, maar had hem wel veroordeeld voor andere misdrijven. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zittingen in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende zijn om de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Het hof heeft daarbij opgemerkt dat de kennelijke leugenachtigheid van de verdachte niet voldoende is om tot bewijs te komen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral in zaken die betrekking hebben op ernstige beschuldigingen zoals mensenhandel.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001782-07
Parketnummer eerste aanleg: 07-630110-06
Arrest van 17 februari 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 26 juni 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1964] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.G. Pekkeriet-Bischop, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis ter zake van het onder 2 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 en 3 ten laste gelegde wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake van het onder 1 en 3 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 maanden met aftrek van het voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na aanvulling van de tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering - ten laste gelegd, voor zover in hoger beroep van belang, dat:
1.
hij in of omstreeks 1 juni 2001 tot en met 1 november 2004 in de gemeente [gemeente] en/of Belgie en/of Duitsland en/of Tjechië en/of Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1], meermalen, althans eenmaal, door geweld of één of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden heeft/hebben gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding heeft/hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor tot het verrichten van die (sexuele) handelingen beschikbaar stelde;
en/of
hij in of omstreeks 1 juni 2001 tot en met 1 november 2004 in de gemeente [gemeente] en/of België en/of Duitsland en/of Tjechië en/of Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1], meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben aangeworven, mede genomen en/of heeft/hebben ontvoerd met het oogmerk die [slachtoffer 1] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling;
en/of
hij in of omstreeks 1 juni 2001 tot en met 1 november 2004 in de gemeente [gemeente] en/of België en/of Duitsland en/of Tjechië en/of Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 1], opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit seksuele handelingen van een ander genaamd [slachtoffer 1], met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich door geweld of één of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden werd gedwongen of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen;
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen daar (telkens)
- die [slachtoffer 1] benaderd en/of aan die [slachtoffer 1] gevraagd of ze haar familie niet financieel wilde helpen en/of daarbij gezegd dat hij, verdachte, haar zou kunnen beschermen tegen andere personen die haar lastig zouden kunnen vallen, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij, als ze met hem, verdachte, mee zou gaan veel geld zou kunnen verdienen zodat ze haar familie in Bulgarije financieel zou kunnen helpen, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat ze met hem naar [gemeente 2] zou kunnen gaan en dat zij dan geen last meer van andere pooiers zou hebben, en/of
- met die [slachtoffer 1] afgesproken dat zij op basis van 50-50 procent zouden gaan werken en/of dat hij, verdachte, haar tegen andere pooiers zou beschermen en voor haar zou zorgen en/of woonruimte en een werkplek zou regelen, en/of
- die [slachtoffer 1] door tussenkomst van zijn, verdachtes, moeder $ 1000,- heeft geleend waarmee zij, [slachtoffer 1], een paspoort, werkkleding en de reis zou kunnen regelen/betalen, en/of
- die [slachtoffer 1] meegedeeld dat ze naar Tjechië moest reizen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] onder begeleiding naar de werkplek in Kiel (Duitsland) heeft laten vervoeren, en/of
- die [slachtoffer 1] het van die $ 1000,- overgebleven geld aan zijn, verdachtes, broer laten geven, en/of
- via [persoon 1] in Kiel (Duitsland) een werkplek geregeld en/of via die [persoon 1] aan die [slachtoffer 1] de prijzen voor de door [slachtoffer 1] te verrichten werkzaamheden doorgegeven, en/of
- die [slachtoffer 1] via [persoon 1] en/of [persoon 2] in de gaten laten houden, en/of
- aan die [slachtoffer 1] meegedeeld dat zij bij hem, verdachte, in [plaats 2] moest komen als zij 1000 of 1200 euro zou hebben verdiend en/of aan die [slachtoffer 1] meegedeeld dat haar schuld inmiddels was opgelopen tot 1200 euro, en/of vervolgens die [slachtoffer 1] naar [plaats 2] laten reizen en/of dat bedrag aan hem laten afdragen/betalen, en/of over laten maken, en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (aanzienlijke) geldbedragen aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) laten afdragen en/of betalen en/of overlaten maken (via de Western Union Bank), en/of
- die [slachtoffer 1] meegedeeld dat ze naar België moest komen omdat hij geld nodig had en/of dat hij daar, in België, een werkplek geregeld had en/of dat zij, [slachtoffer 1], een vals Frans paspoort moest regelen, en/of die [slachtoffer 1] voor dat valse paspoort naar iemand toegestuurd, en/of
- een vals (Nederlands) paspoort aan die [slachtoffer 1] verstrek en/of gegeven, en/of
- die [slachtoffer 1] opgedragen te vetrekken uit Bulgarije met het paspoort van haar zus, en/of
- die [slachtoffer 1], meermalen, althans eenmaal, bedreigd door deze de woorden toe te voegen "Je bent niet groot, dus als ik je een klap geef, dan ben je gelijk goed geraakt, ik moet me beheersen om je niet slaan" en/of "ik heb je afgeschreven, ga maar terug naar Sliven, ga maar naar die andere pooiers en laat ze jou maar in stukken snijden, ik geef je nu nog een laatste kans" en/of "Ik stuur iemand die jou op je werkkamer overgiet met zuur" en/of "Er overkomen je vreselijke dingen als je stopt" en/of "Ik stuur mijn broer met Tjechische vrienden en die slaan je in elkaar" en/of "Je hebt een fout begaan, ik weet je altijd te vinden", althans (telkens) woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- één of meer familieleden van die [slachtoffer 1] bedreigd door deze opzettelijk dreigend de woorden toe te voegen: "Ik stuur iemand naar je toe als [slachtoffer 1] met de politie gaat praten" en/of "Als [slachtoffer 1] met politie praat dan stuur ik mensen naar je toe om je huis kort en klein te slaan en je en je dochter mishandelen", althans telkens woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer 1] meegedeeld dat hij/zij haar pas met rust zou(den) laten als zij 20.000 euro betaalt, en/of
- een simkaart van de telefoon van die [slachtoffer 1] vernield om te voorkomen dat die [slachtoffer 1] contact met derden zou zoeken, en/of
- (een) werkplek/vitrine voor die [slachtoffer 1] geregeld, en/of
- die [slachtoffer 1], meermalen, althans eenmaal, naar werkplek(ken) in [plaats 1], Mannheim, Kiel en/of Brussel vervoerd en/of laten vervoeren en/of die [slachtoffer 1] de kosten voor het vervoer laten betalen en/of
- die [slachtoffer 1] de kosten ten behoeve van haar werkzaamheden in de prostitutie laten betalen;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 31 december 2004 in de gemeente [gemeente 2] en/of elders in Nederland en/of in Duitsland en/of in Tjechië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 2], meermalen, althans eenmaal, door geweld of één of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden heeft/hebben gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding heeft/hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor tot het verrichten van die (sexuele) handelingen beschikbaar stelde;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 31 december 2004 in de gemeente [gemeente 2] en/of elders in Nederland en/of in Duitsland en/of in Tjechië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer personen, genaamd
[slachtoffer 2], meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben aangeworven, mede genomen en/of heeft/hebben ontvoerd met het oogmerk die personen in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 31 december 2004 in de gemeente [gemeente 2] en/of elders in Nederland en/of in Duitsland en/of in Tjechië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 2] door bedreiging met geweld of een andere feitelijk of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding heeft bewogen [slachtoffer 2] uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde te bevoordelen;
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 2] meegedeeld dat ze in Nederland in de prostitutie (gemakkelijk) 5000 tot 6000 euro per maand zou kunnen verdienen, en/of
- die [slachtoffer 2] voorgehouden dat zij zou werken op een 50/50 percentage;
- die [slachtoffer 2] (meer dan) 50 procent, althans een aanmerkelijk percentage, van haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte en/of een van zijn mededader(s) laten afdragen, en/of
- die [slachtoffer 2] naar Nederland en/of Duitslang vervoerd naar en/of een werkplek in Nederland en/of Duitsland geregeld, en/of die [slachtoffer 2] voor de kosten van het vervoer en/of het verblijf laten betalen, en/of
- die [slachtoffer 2] de kosten ten behoeve van haar werkzaamheden in de prostitutie laten betalen, en/of
- 3000 Kronen aan die [slachtoffer 2] verstrekt en/of geleend en/of gegeven teneinde werkkleding te kopen, en/of
- onderdak voor de [slachtoffer 2] geregeld, en/of
- die [slachtoffer 2] naar de werkplek hebben gebracht, en/of
- zorg gedragen voor controle en/of toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten van die [slachtoffer 2], en/of
- die [slachtoffer 2] geld via de Western Union Ban naar hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) laten overmaken, en/of die [slachtoffer 2] verhinderd voor eigen kosten te laten werken, en/of
- een of meer familieleden van die [slachtoffer 1] bedreigd door deze opzettelijk dreigend de woorden toe te voegen "Dat zij, [slachtoffer 2], pas met rust gelaten zou worden als zij geen problemen meer zou veroorzaken", althans woorden van soortgelijke driegende aard en/of strekken, en/of
- een bedrag van € 160,--, althans enig geldbedrag via [persoon 3] van die [slachtoffer 2] gekregen, en/of
- aan die [slachtoffer 2] meegedeeld dat ze het door haar verdiende geld beter aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) kon geven en/of afdragen omdat anders, volgens verdachte en/of zijn mededader(s), een klant het geld zou kunnen afpakken;
Overweging omtrent de tenlastelegging
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat uit het gebruik van de bewoordingen 'en/of' tussen de onderdelen van de feiten 1 en 3 in de tenlastelegging afgeleid kan worden dat de steller van de tenlastelegging de bedoeling had om een cumulatieve dan wel alternatieve tenlastelegging op te stellen. Het hof is derhalve - anders dan de raadsvrouw ter terechtzitting van het hof heeft aangevoerd - van oordeel dat hier geen sprake is van een impliciet subsidiaire tenlastelegging. Gelet op het feit dat de steller van de tenlastelegging 'de feitelijkheden' eenmaal heeft opgenomen vat het hof de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten op als alternatief ten laste gelegd. Het hof zal derhalve alle onderdelen van de ten laste gelegde feiten 1 en 3 beoordelen.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Vast staat dat het dossier twee onafhankelijk van elkaar gedane aangiftes tegen verdachte bevat van respectievelijk [slachtoffer 1] d.d. 20 april 2005, 26 april 2005 en 28 september 2005 en [slachtoffer 2] d.d. 3 maart 2005. Uit deze aangiftes en de andere stukken uit het dossier blijkt dat er voldoende aanwijzingen bestaan voor het feit dat verdachte zich in de ten laste gelegde periodes in Nederland heeft bevonden. Het dossier bevat echter - naast de aangiftes - onvoldoende (steun)bewijs om de specifieke gedragingen beschreven in de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten wettig bewezen te kunnen achten.
Ten aanzien van het ten laste gelegde feit 1 betreffende aangeefster [slachtoffer 1] merkt het hof het volgende op. Haar aangifte komt erop neer dat zij met verdachte had afgesproken dat zij in de prostitutie zou gaan werken, en dat zij de helft van haar verdiensten aan verdachte af zou staan in ruil voor onder andere de bescherming die hij haar zou kunnen bieden. Verdachte bepaalde volgens aangeefster echter meer en meer haar werkzaamheden, beperkte - onder bedreiging - haar vrijheden en heeft het overgrote deel van haar verdiensten opgeëist, een en ander op de wijze waarop dit in de feitelijke omschrijving van de tenlastelegging is weergegeven. De tenlastelegging is op dit punt een chronologische weergave van hetgeen aangeefster heeft verklaard.
Uit de verklaring van getuige [getuige 1] zou kunnen worden afgeleid dat verdachte in Nederland en elders inderdaad de pooier van aangeefster is geweest. Het hof merkt daarbij overigens op dat deze getuige, die verklaarde dat aangeefster een pooier had die [verdachte] of [verdachte] was genaamd en dat aangeefster wel eens problemen met hem ondervond, zich geheel baseert op wat zij van aangeefster zelf heeft gehoord. Dat verdachte zich echter schuldig heeft gemaakt aan hetgeen is ten laste gelegd volgt niet uit deze getuigenverklaring en daarvoor biedt het dossier ook overigens geen steun. De ter terechtzitting van het hof, de bij de rechter-commissaris en de politie verhoorde getuigen hebben dienaangaande niets kunnen verklaren en deze verklaringen bieden dan ook geen steun voor het bewijs van hetgeen verdachte wordt verweten. De door de rechtbank voor het bewijs gebezigde verklaringen van getuige [getuige 2] kunnen naar het oordeel van het hof niet als bewijs voor de ten laste gelegde gedragingen worden gebruikt. Voornoemde getuige is gehoord ter terechtzitting van het hof en heeft niet kunnen verklaren omtrent de relatie tussen verdachte en aangeefster [slachtoffer 1]. Ter terechtzitting van het hof is getuige [getuige 2] een foto van verdachte getoond en zij heeft hem niet herkend. Hierdoor kan de door verdachte en de verdediging gestelde persoonsverwisseling niet uitgesloten worden.
Ten aanzien van het ten laste gelegde feit 3 betreffende aangeefster [slachtoffer 2] stelt het hof eveneens vast dat de ten laste gelegde gedragingen enkel en alleen gebaseerd kunnen worden op de verklaring van aangeefster en dat het dossier hieromtrent geen steunbewijs bevat om de onder 3 ten laste gelegde gedragingen wettig bewezen te kunnen achten.
Tot slot merkt het hof op dat verdachte aanvankelijk weliswaar onjuist heeft verklaard omtrent het bestaan van zijn broer en zijn aanwezigheid in Nederland gedurende een bepaalde periode, op welke onjuistheden verdachte overigens ter zitting van het hof en eerder in de procedure terug is gekomen, maar het hof is in het licht van de inhoud van het dossier van oordeel dat de kennelijke leugenachtigheid van verdachte op die punten onvoldoende is om tot bewijs van het ten laste gelegde te komen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. P.W.J. Sekeris en mr. E. de Witt, in tegenwoordigheid van K.J. Reinke als griffier.