ECLI:NL:GHARN:2011:BP3982
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.M.J. Denie
- Y.A.J.M. van Kuijck
- T.M.L. Wolters
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep terbeschikkingstelling en ontvankelijkheid openbaar ministerie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Maastricht van 21 september 2010, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar had verlengd. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep. De officier van justitie had tijdens een zitting op 7 september 2010 aangegeven zich niet te verzetten tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling, wat door de raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde werd geïnterpreteerd als een toezegging dat er geen hoger beroep zou worden ingesteld. Het hof oordeelde echter dat deze mededeling niet zonder meer kon worden opgevat als afstand van het recht om in beroep te gaan, aangezien het beroep ook kon richten tegen de handhaving of wijziging van de voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde het openbaar ministerie ontvankelijk in het hoger beroep.
Het hof heeft de relevante stukken, waaronder het proces-verbaal van de eerste aanleg en het voortgangsverslag van de reclasseringswerker J.L.J. Volders, in overweging genomen. De reclasseringswerker verklaarde dat er een werkbare situatie was met de terbeschikkinggestelde en dat er voldoende toezicht was op de naleving van de voorwaarden. Het hof concludeerde dat de rechtbank op juiste gronden had beslist en dat de terbeschikkingstelling met een jaar kon worden verlengd. De beslissing van de rechtbank werd bevestigd, met de aanvulling dat de terbeschikkinggestelde openheid moest geven over zijn sociale netwerk. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig, en werd openbaar uitgesproken op 24 januari 2011.