ECLI:NL:GHARN:2011:BP3466

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002596-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling door gebrek aan overtuigend bewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, maar heeft tegen deze veroordeling hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde mishandeling van het slachtoffer, [slachtoffer]. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een geldboete van € 300,- of, bij niet betaling, 6 dagen vervangende hechtenis. Echter, na het horen van de argumenten en het bestuderen van het bewijs, heeft het hof geoordeeld dat er geen overtuiging bestond dat de verdachte opzettelijk het slachtoffer had mishandeld door hem te slaan of te stompen. Het hof heeft daarom het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van wettig bewijs in strafzaken en de rol van het hof in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002596-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-480356-09
Arrest van 4 februari 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 5 oktober 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.S. Staijen, advocaat te Deventer.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 16 mei 2009 in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), in het gezicht, althans op/tegen het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vrijspraak
Op basis van het voorhanden wettige bewijs heeft het hof niet de overtuiging gekregen dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk heeft mishandeld door hem te slaan en/of te stompen. Het hof zal verdachte daarom vrijspreken van het hem ten laste gelegde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier, zijnde mr. G.N. Roes buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.