ECLI:NL:GHARN:2011:BP3021
Gerechtshof Arnhem
Vrijspraak poging tot doodslag en zware mishandeling, veroordeling openlijke geweldpleging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte werd vrijgesproken van de primair ten laste gelegde poging tot doodslag en de subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling. Echter, de verdachte werd wel veroordeeld voor openlijke geweldpleging tegen personen. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf opgelegd, maar het hof heeft het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken, waarvan 5 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De feiten van de zaak dateren van 29 april 2006, toen de verdachte samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen een persoon genaamd [benadeelde]. De verdachte heeft deze persoon meermalen geslagen en geschopt, wat leidde tot ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag en zware mishandeling, maar dat het openlijk geweld wel bewezen kon worden.
Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft ook in overweging genomen dat het bewezen verklaarde feit al enkele jaren geleden heeft plaatsgevonden. De opgelegde straf is bedoeld als een waarschuwing om te voorkomen dat de verdachte in de toekomst opnieuw strafbare feiten pleegt. De benadeelde partij heeft zich in het hoger beroep niet opnieuw gevoegd, waardoor het hof niet op de vordering tot schadevergoeding heeft beslist.