ECLI:NL:GHARN:2010:BP0615
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A.H. Garos
- R. Feunekes
- H.J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Benoeming mentor in het kader van mentorschap en de geschiktheid van de moeder
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 23 november 2010, staat de benoeming van een mentor centraal. De rechthebbende, een vrouw met medische beperkingen, had in eerste aanleg de kantonrechter verzocht om haar moeder als mentor te benoemen. De kantonrechter had echter op 6 januari 2010 besloten om [naam mentor] tot mentor te benoemen, wat leidde tot hoger beroep door de rechthebbende. Tijdens de zitting op 18 oktober 2010 werd duidelijk dat de rechthebbende wisselend bij haar ouders en bij de zorginstelling Triade had gewoond, waarbij er meldingen waren van mishandeling in de thuissituatie. Het hof oordeelde dat de voorkeur van de rechthebbende voor haar moeder als mentor niet kon worden gevolgd, gezien de ongeschiktheid van de moeder en de complexe relatie tussen de rechthebbende en haar ouders. Het hof concludeerde dat de moeder niet in staat was om de rol van mentor adequaat te vervullen, mede door haar bemoeienis met de medische zorg van de rechthebbende en de onheuse bejegening in de thuissituatie. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter, waarmee de benoeming van [naam mentor] als mentor werd gehandhaafd.