Parketnummer: 24-000547-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-601042-09
Arrest van 17 december 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 februari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1928] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. drs. Th.H. Meeuwis, advocaat te Dronten.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft op de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij beslist en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal bevestigen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2009 tot en met 9 maart 2009 te [plaats], gemeente [gemeente], met [benadeelde] (geboren op [1997]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende of is verdachte
- meermalen, althans eenmaal, die [benadeelde] getongzoend en/of
- meermalen, althans eenmaal, zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde] gebracht, in elk geval de vagina van die [benadeelde] betast en/of vastgepakt en/of gestreeld;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2009 tot en met 9 maart 2009 te [plaats], gemeente [gemeente], met [benadeelde] (geboren op [1997]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende of is verdachte
- meermalen, althans eenmaal, die [benadeelde] getongzoend en/of
- meermalen, althans eenmaal, zijn, verdachtes, penis aan die [benadeelde] getoond en/of (hierbij) met zijn hand(en) zijn penis vastgehouden en/of met zijn hand(en) om zijn geslachtsdeel rukkende en/of trekkende bewegingen gemaakt en/of
- meermalen, althans eenmaal, met zijn vinger(s) een soort van neukende bewegingen gemaakt (wijsvinger door rondje van wijsvinger en duim) en/of (hierbij) naar die [benadeelde] en zichzelf gewezen en/of
- meermalen, althans eenmaal, zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde] gebracht, in elk geval de vagina van die [benadeelde] betast en/of vastgepakt en/of gestreeld en/of
- meermalen, althans eenmaal, op die [benadeelde] gaan liggen (zodanig dat zijn verdachtes, penis op de vagina van die [benadeelde] lag) en/of (hierbij) op en neer gaande bewegingen gemaakt en/of
- meermalen, althans eenmaal, de hand(en) van die [benadeelde] naar zijn, verdachtes, penis of kruis gebracht en/of
- meermalen, althans eenmaal, de rug en/of de billen van die [benadeelde] betast en/of gestreeld;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2009 tot en met 9 maart 2009 te [plaats], gemeente [gemeente], ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [benadeelde], geboren op [1997], immers heeft of is hij, verdachte
- meermalen, althans eenmaal, die [benadeelde] getongzoend en/of
- meermalen, althans eenmaal, zijn, verdachtes, penis aan die [benadeelde] getoond en/of (hierbij) met zijn hand(en) zijn penis vastgehouden en/of met zijn hand(en) om zijn geslachtsdeel rukkende en/of trekkende bewegingen gemaakt en/of
- meermalen, althans eenmaal, met zijn vinger(s) een soort van neukende bewegingen gemaakt (wijsvinger door rondje van wijsvinger en duim) en/of (hierbij) naar die [benadeelde] en zichzelf gewezen en/of
- meermalen, althans eenmaal, zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [benadeelde] gebracht, in elk geval de vagina van die [benadeelde] betast en/of vastgepakt en/of gestreeld en/of
- meermalen, althans eenmaal, op die [benadeelde] gaan liggen (zodanig dat zijn verdachtes, penis op de vagina van die [benadeelde] lag) en/of (hierbij) op en neer gaande bewegingen gemaakt en/of
- meermalen, althans eenmaal, de hand(en) van die [benadeelde] naar zijn, verdachtes, penis of kruis gebracht en/of
- meermalen, althans eenmaal, de rug en/of de billen van die [benadeelde] betast en/of gestreeld.
Overweging met betrekking tot het bewijs
De raadsman van verdachte heeft ter zitting van het hof de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer (hierna: [benadeelde]) in twijfel getrokken. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de overige verklaringen slechts van horen zeggen zijn en afkomstig van één bron, namelijk [benadeelde]. Gelet hierop dient verdachte te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
De verklaring van [benadeelde], afgelegd op 13 juli 2009 in een zogenoemd studioverhoor, is is gedetailleerd en op hoofdlijnen consistent. Deze verklaring komt voorts overeen met hetgeen [benadeelde], een dag na het weekend waarin het ten laste gelegde plaatsvond, aan de orthopedagoog / vertrouwenspersoon op school, [naam], heeft verteld. De verklaring van [benadeelde] wordt ondersteund door de verklaring van verdachtes voormalige echtgenote [naam]. Nadat [naam] van [benadeelde] had gehoord van de ontuchtige handelingen die verdachte bij [benadeelde] had verricht, is zij naar verdachte gegaan en heeft zij hem dat in detail verteld. Volgens [naam] heeft verdachte hierop tegen [naam] gezegd dat hij fout was geweest en dat hij het niet had moeten doen bij [benadeelde]. Verdachte zelf tenslotte heeft bij de politie in zijn tweede verklaring van 25 augustus 2009 erkend dat hij zichtbaar voor [benadeelde] met zijn handen neukbewegingen heeft gemaakt door van zijn vingers een rondje te maken en daar een wijsvinger in te doen.
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de verklaring van [benadeelde] voldoende betrouwbaar is en derhalve bruikbaar voor het bewijs. Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte het ten laste gelegde, zoals hierna weergegeven, heeft begaan. Het verweer wordt verworpen.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op tijdstippen in de periode van 6 maart 2009 tot en met 9 maart 2009 te [plaats], gemeente [gemeente], met [benadeelde] (geboren op [1997]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte
- die [benadeelde] getongzoend en
- zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [benadeelde] gebracht
hij op tijdstippen in de periode van 6 maart 2009 tot en met 9 maart 2009 te [plaats], gemeente [gemeente], met [benadeelde] (geboren op [1997]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende of is verdachte
- die [benadeelde] getongzoend en
- zijn, verdachtes, penis aan die [benadeelde] getoond en (hierbij) met zijn hand zijn penis vastgehouden en met zijn hand om zijn geslachtsdeel rukkende en trekkende bewegingen gemaakt en
- met zijn vingers een soort van neukende bewegingen gemaakt (wijsvinger door rondje van wijsvinger en duim) en (hierbij) naar die [benadeelde] en zichzelf gewezen en
- eenmaal zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [benadeelde] gebracht en
- op die [benadeelde] gaan liggen (zodanig dat zijn verdachtes, penis op de vagina van die [benadeelde] lag) en (hierbij) op en neer gaande bewegingen gemaakt
hij op tijdstippen in de periode van 6 maart 2009 tot en met 9 maart 2009 te [plaats], gemeente [gemeente], ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [benadeelde], geboren op [1997], immers heeft of is hij, verdachte
- die [benadeelde] getongzoend en
- zijn, verdachtes, penis aan die [benadeelde] getoond en (hierbij) met zijn hand zijn penis vastgehouden en met zijn hand om zijn geslachtsdeel rukkende en trekkende bewegingen gemaakt en
- met zijn vingers een soort van neukende bewegingen gemaakt (wijsvinger door rondje van wijsvinger en duim) en (hierbij) naar die [benadeelde] en zichzelf gewezen en
- zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [benadeelde] gebracht en
- op die [benadeelde] gaan liggen (zodanig dat zijn verdachtes, penis op de vagina van die [benadeelde] lag) en (hierbij) op en neer gaande bewegingen gemaakt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert - met inachtneming van het bepaalde in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht - op de misdrijven:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen
ontucht plegen met een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft ontuchtige handelingen verricht met zijn 12-jarige kleindochter [benadeelde], op het moment dat zij in het weekend van 6 tot en met 9 maart 2009 bij hem en zijn toenmalige echtgenote logeerde. Verdachte heeft onder meer zijn kleindochter getongzoend, zijn penis getoond en daarbij rukkende bewegingen gemaakt en zijn vinger in de vagina van zijn kleindochter gebracht. Daarnaast is verdachte op zijn kleindochter gaan liggen met zijn penis op haar vagina en heeft hij daarbij op en neer gaande bewegingen gemaakt.
Dergelijk misbruik kan langdurige gevolgen hebben voor het slachtoffer, omdat er sprake is van ernstige schending van de integriteit van het lichaam van het slachtoffer. Bovendien is er kans op een scheefgroei in de psychoseksuele ontwikkeling van het slachtoffer. Door het handelen van verdachte kan het vertrouwen in de medemens bij zijn kleindochter ernstig verstoord raken. De ervaring leert dat dit vaak het gevolg is van feiten als door verdachte begaan.
De bewezenverklaarde feiten zijn in eendaadse samenloop gepleegd. Gelet op het bepaalde terzake de eendaadse samenloop in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht heeft het hof bij de bepaling van de straf alleen gelet op artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht, omdat hierbij een zwaardere hoofdstraf is gesteld dan bij de artikelen 247 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft bij de straftoemeting ook in aanmerking genomen dat verdachte blijkens het dossier reeds eerder is veroordeeld wegens ontucht met twee andere kleindochters.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat ondanks de hoge leeftijd van verdachte slechts een combinatie van een onvoorwaardelijke en een voorwaardelijke gevangenisstraf - zoals ook opgelegd door de rechtbank en gevorderd door de advocaat-generaal - recht doet aan voormelde feiten en omstandigheden. Het hof is evenwel van oordeel dat aan verdachte een langere proeftijd dient te worden opgelegd, nu een eerdere veroordeling voor soortgelijke feiten en de leeftijd van verdachte hem er niet van hebben weerhouden opnieuw ontucht te plegen.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De hoogte van de vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 55 en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van acht maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van vier maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van drie jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van duizend honderdvijftig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend honderdvijftig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van eenentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Greve, voorzitter, mr. P.J.M. van den Bergh en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. W. Landstra als griffier.