ECLI:NL:GHARN:2010:BO8389

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
16 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000898-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor uitgaansgeweld met mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was beschuldigd van twee mishandelingen die plaatsvonden op 11 oktober 2009 in de gemeente [gemeente]. De eerste mishandeling betrof het krachtig aan de haren trekken van [slachtoffer 1], terwijl de tweede mishandeling bestond uit het slaan van [slachtoffer 2] in het gezicht. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis.

De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou bevestigen. Het hof heeft echter besloten het vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof achtte de bewezenverklaring van de mishandelingen terecht en kwalificeerde deze als misdrijven. De verdachte werd strafbaar geacht, zonder dat er strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.

Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft kennisgenomen van een uittreksel Justitiële Documentatie waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld voor geweldsdelicten, maar deze veroordelingen waren meer dan tien jaar geleden en werden niet meegewogen in de strafoplegging. Uiteindelijk heeft het hof de werkstraf van 60 uren als een passende bestraffing beschouwd en de verdachte veroordeeld tot deze taakstraf, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis van 30 dagen zou worden opgelegd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000898-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-470284-09
Arrest van 16 december 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 2 april 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal bevestigen. Dit vonnis houdt in veroordeling van verdachte ten aanzien van feit 1 en 2 tot een werkstraf van 60 uren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 11 oktober 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), (krachtig) aan de haren heeft getrokken, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 11 oktober 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]), in/tegen het gezicht, althans tegen/op het hoofd heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 11 oktober 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon te weten [slachtoffer 1], krachtig aan de haren heeft getrokken, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
2.
hij op 11 oktober 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon te weten [slachtoffer 2], in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
onder 1 en 2 telkens:
Mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Deze mishandelingen vonden respectievelijk plaats in en vlak voor de ingang van een horecagelegenheid. Verdachte heeft door zijn handelen de slachtoffers pijn en/of letsel toegebracht. Bovendien draagt uitgaansgeweld bij aan de gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Het hof heeft kennis genomen van een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 20 september 2010 waaruit blijkt dat hij twee maal eerder is veroordeeld wegens gewelds-/agressiedelicten. Die veroordelingen dateren echter van meer dan tien jaren geleden. Het hof zal deze eerdere veroordelingen niet laten meewegen bij de strafoplegging.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof de door de eerste rechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf van 60 uren een passende bestraffing.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.