ECLI:NL:GHARN:2010:BO8210

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
10 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002403-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging van een beveiligingsmedewerker bij een bankinstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1989 en woonachtig in Almere, is veroordeeld voor bedreiging van een beveiligingsmedewerker van een bankinstelling. De feiten vonden plaats op 12 februari 2009, toen de verdachte de beveiligingsmedewerker bedreigde met zware mishandeling. Dit leidde tot een verstoring van de orde in het bankgebouw, waarbij klanten door een achteruitgang naar buiten moesten worden geleid om verdere confrontatie met de verdachte te voorkomen. Het hof achtte het gedrag van de verdachte volstrekt onacceptabel, vooral gezien de impact op de aanwezige cliënten en het personeel.

De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, maar het hof oordeelde dat deze straf niet toereikend was gezien de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van vier weken, wat het hof uiteindelijk ook oplegde. Het hof weigerde clementie toe te passen, omdat de verdachte niet ter zitting was verschenen en zijn gedrag als bagatelliserend werd ervaren. Het hof heeft de artikelen 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht toegepast en heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002403-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-038515-09
Arrest van 10 december 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 23 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte,
D.G. Nagel, advocaat te Almere.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk gemachtigd te zijn verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 12 februari 2009 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: "Kom dan, kom dan naar buiten, dan maak ik je dood" en/of "Doe de deur open of ik maak je af. Kom dan naar buiten, dan sla ik je in elkaar, lafaard. Kom dan, ik maak je dood" en/of "Kom dan naar buiten, mietje. Ik maak je af, kom dan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 12 februari 2009 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: "Kom dan, kom dan naar buiten, dan maak ik je dood" en "Doe de deur open of ik maak je af. Kom dan naar buiten, dan sla ik je in elkaar, lafaard. Kom dan, ik maak je dood" en "Kom dan naar buiten, mietje. Ik maak je af, kom dan".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met zware mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van een beveiligingsmedewerker, die op dat moment werkzaam was bij een bankinstelling te Almere. Verdachte was enkele dagen eerder - niet zonder reden - de toegang tot het kantoor ontzegd. Het hof rekent het verdachte zwaar aan dat hij met zijn bedreigingen niet alleen aangever angst heeft aangejaagd, maar ook de orde in het gebouw volledig heeft verstoord. Uit de stukken blijkt dat de aanwezige cliëntèle, al dan niet in tranen, door de achteruitgang naar buiten moesten worden geloodst om hen een verdere confrontatie met verdachte te besparen. Ook bij het personeel, op dat moment doende met de normale uitoefening van hun werkzaamheden, hebben verdachtes gedragingen sporen nagelaten. Het hof acht deze gang van zaken in of in de directe nabijheid van een openbare en dienstverlenende instelling volstrekt onacceptabel. Verdachte zelf erkent dat hij zich weliswaar respectloos heeft gedragen, maar dat dit door de betreffende beveiliger is uitgelokt. Hij acht het incident blijkens zijn ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring verder 'niet de moeite waard'.
Het hof heeft voorts gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 15 september 2010. Uit dit negen pagina's tellend stuk blijkt dat verdachte, thans 21 jaar oud, veelvuldig is veroordeeld voor al dan niet gekwalificeerde vermogensdelicten en delicten met een geweldsaspect.
Dit gegeven alsmede de ernst van het bewezen verklaarde feit in aanmerking nemende, acht het hof de in eerste aanleg opgelegde werkstraf van 40 uren niet toereikend. De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof van 26 november 2010 verzocht om - mocht het hof tot een bewezenverklaring komen - toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Hiermee wordt een beroep gedaan op clementie van de zijde van het hof. Het hof stelt evenwel vast dat de basis waarop deze clementie zou moeten worden verleend ontbreekt. Verdachte bagatelliseert het bewezen verklaarde in vergaande mate en is om redenen van kennelijk financiële aard niet ter terechtzitting verschenen. Het hof kan zich daardoor geen beeld vormen van zijn persoon, noch van zijn eventueel bijgestelde visie op het thans ter beoordeling staande incident en zijn intenties voor de toekomst.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat - conform de vordering van de advocaat-generaal - oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende en geboden reactie is op het bewezen verklaarde feit.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier weken.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Greve, voorzitter, S.H. Wachter en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van J.B. Schwerzel als griffier, zijnde mr. S.H. Wachter buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.