ECLI:NL:GHARN:2010:BO8131

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
8 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003274-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H. Heins
  • P. Koolschijn
  • H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal met werkstraf en vervangende hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1969, was eerder veroordeeld voor een misdrijf en heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen de straf die hem was opgelegd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een straf voor diefstal. Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte en heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, die een werkstraf van 80 uren had geëist, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op of omstreeks 10 november 2009 in de gemeente [gemeente] een aanbouwdeel van een shovel heeft weggenomen, toebehorende aan [bedrijf]. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal, wat het hof wettig en overtuigend bewezen achtte. De verdachte is strafbaar verklaard, waarbij het hof geen strafuitsluitingsgronden aanwezig achtte.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft ook een uittreksel uit het justitieel documentatieregister in overweging genomen, waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld voor misdrijven, waaronder diefstal. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003274-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-460672-09
Arrest van 8 december 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 16 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1969] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het subsidiair ten laste gelegde feit zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 10 november 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanbouwdeel van een shovel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] (vestiging [vestiging]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 november 2009 tot en met 11 november 2009 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een aanbouwdeel van een shovel heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat aanbouwdeel wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij omstreeks 10 november 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanbouwdeel van een shovel, toebehorende aan [bedrijf] (vestiging [vestiging]).
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich omstreeks 10 november 2009 schuldig gemaakt aan diefstal van een aanbouwdeel (sneeuw/vuilschuiver) van een shovel, dat aan het bedrijf [bedrijf] toebehoorde. Hiermee heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van dat bedrijf.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 27 augustus 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van misdrijven, waaronder diefstal.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en de beslissing van de politierechter in eerste aanleg - een werkstraf van na te melden duur passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tachtig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman als griffier.