ECLI:NL:GHARN:2010:BO8091
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor opzettelijke brandstichting met gevaar voor goederen en levensgevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijke brandstichting, waarbij gevaar voor goederen en levensgevaar was ontstaan. De tenlastelegging betrof een incident op 16 oktober 2008, waarbij de verdachte opzettelijk brand had gesticht op het balkon van een woning. De rechtbank had de verdachte hiervoor veroordeeld, maar de verdachte ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof geconcludeerd dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden. De verdachte is vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.
Het hof heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de opzettelijke brandstichting. De uitspraak van het hof is een belangrijke bevestiging van het rechtsbeginsel dat iemand pas schuldig is als dat ook daadwerkelijk bewezen kan worden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de griffier niet in staat waren om het arrest mede te ondertekenen.