ECLI:NL:GHARN:2010:BO5311

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001242-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere oplichtingen met schadevergoedingsmaatregelen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is veroordeeld voor drie oplichtingen en 15 ad informandum gevoegde feiten, met een gevangenisstraf van 36 maanden. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken van enkele ten laste gelegde misdrijven, maar het hof heeft deze vrijspraak niet in stand gelaten. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan geraffineerde oplichtingen waarbij hij zich voordeed als bemiddelaar bij de verkoop van goederen, maar in werkelijkheid deze goederen niet verkocht. Hij heeft meerdere slachtoffers bewogen tot het afgeven van geldbedragen door hen te misleiden met valse informatie over de verkoop van bijvoorbeeld een tractor en een kraan. Het hof heeft de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, ondanks het verweer van de raadsman dat de verdachte niet in staat zou zijn om de schade te vergoeden. Het hof heeft geoordeeld dat de draagkracht van de verdachte geen reden is om de schadevergoedingsmaatregel niet op te leggen. De uitspraak benadrukt het belang van het herstel van de rechtmatige toestand voor de slachtoffers. De verbeurdverklaring van inbeslaggenomen goederen en de onttrekking aan het verkeer van een pepperspray zijn ook in de uitspraak opgenomen. Het hof heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien niet aan de betalingsverplichtingen wordt voldaan.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001242-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-630064-09
Arrest van 22 november 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 mei 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1964] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in P.I. Noord - De Grittenborgh te Hoogeveen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.G. Doornbos, advocaat te Assen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van de hem onder 5 en 6 ten laste gelegde misdrijven en hem ter zake van de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft beslist op de vordering van benadeelde partijen en daarbij maatregelen opgelegd en heeft beslist op het beslag en daarbij een bijkomende straf opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 5 en 6 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen gevorderd:
- [benadeelde 1]: toewijzing tot een bedrag van € 4.399,-;
- [benadeelde 2]: toewijzing tot een bedrag van € 5.500,-;
- [benadeelde 3]: toewijzing tot een bedrag van € 4.500,-;
- [benadeelde 4]: toewijzing tot een bedrag van € 3.668,-
en daarbij telkens oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Voorts heeft de advocaat-generaal de verbeurdverklaring van de Albert-Heijntas en kleding alsmede de teruggave van
€ 947,40 en een portemonnee aan verdachte gevorderd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
De tenlastelegging is in eerste aanleg op grond van het bepaalde in de artikelen 261, derde lid, juncto 314, 314 en 314a van het Wetboek van Strafvordering nader omschreven. De eerste rechter heeft de tenlastelegging voorts verbeterd gelezen. Aan de verdachte is, overeenkomstig de nader omschreven tenlastelegging, met inachtneming van de verbeterde lezing en voor zover aan hoger beroep onderworpen, ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 februari 2009 tot en met 4 februari 2009 te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1] (L), in elk geval in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van euro 2000,-, althans geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- aangever [benadeelde 4] gebeld en/of zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 1] en/of
- die [benadeelde 4] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader in [plaats 1] een traktor te koop wist(en) te staan en/of
- dat de eigenaresse er van af wilde omdat haar man overleden was en/of
- dat ene heer [alias 2] de verkoop verder zou doen en dat die heer [alias 2] binnen een half uur zou bellen en/of
- die [benadeelde 4] gebeld en/of zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 2]
- die [benadeelde 4] meegedeeld en/of verteld dat hij, aangever, vandaag wel kon komen en/of dat hij en/of zijn mededader het adres waar aangever moest komen nog wel door zou(den) geven en/of
- die [benadeelde 4] een sms bericht gestuurd met daarin vermeld het adres [adres], [woonplaats] en/of
(nadat die [benadeelde 4] in zijn voertuig op voornoemd adres was gearriveerd en/of er een man op straat stond die richting [benadeelde 4] stond te zwaaien, waarvan die [benadeelde 4] vermoedde dat het [alias 2] en/of [alias 1] betrof en/of)
- zich (vervolgens) voorgestelde en/of voorgedaan als [alias 1] en/of
- die [benadeelde 4] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader aangever mee zou(den) nemen naar de vrouw die de traktor te koop had staan en/of
- dat de vrouw die de traktor te koop had staan erg ziek was en vermoedelijk met spoed naar het ziekenhuis moest worden gebracht en/of
- dat elk ogenblik de ambulance zou komen om de vrouw op te halen en/of
- dat de vrouw [naam] genaamd zou zijn en/of
- dat hij en/of zijn mededader het verkoopbedrag van euro 4000,- graag meteen wilde(n)
hebben omdat die vrouw naar het ziekenhuis moest, en/of
- dat hij en/of zijn mededader dan met het geld naar de vrouw zou(den) gaan en de papieren
van de traktor op zou(den) halen en/of
- dat de traktor ergens in een schuur zou staan en ze deze daar op zouden halen,
waardoor [benadeelde 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(Zaakdossier 68)
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2009 tot en met 3 september 2009 in de gemeente [gemeente 2], in elk geval in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van 5.500,- euro, althans geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [benadeelde 2] gebeld en/of zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 3] en/of
- die [benadeelde 2] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een volledige kraan met motor te koop had(den) voor 5.000,- euro en/of
- dat hij en/of zijn mededader voor transport kon(den) zorgen, hetgeen euro 500,- extra zou kosten en/of
- met die [benadeelde 2] afgesproken op het adres [adres] te [gemeente 2] en/of
- (vervolgens) die [benadeelde 2] een sms bericht gestuurd met daarin de mededeling dat hij en/of zijn mededader zou(den) wonen aan de [adres] te [gemeente 2] en dat hij en/of zijn mededader die [benadeelde 2] daar zou(den) opwachten en/of
(nadat hij, aangever, [benadeelde 2] in zijn auto op voornoemd adres was gearriveerd, hij, aangever, op een bouwplaats een man naast en/of in de nabijheid van een kraan zag staan, welke kraan voorzien was van het opschrift [alias 3], en/of welke man vervolgens op hem, aangever, kwam toe- en/of afgelopen en/of)
- die [benadeelde 2] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een tussenperso(o)n(en) was/waren en/of dat hij, aangever, eerst geld moest regelen en/of dat zij, aangever en verdachte(n), ergens anders heen moesten rijden omdat daar de vrouw was die de eigenaar van de kraan was en/of dat deze vrouw suikerziekte zou hebben en er nu een dokter bij de vrouw zou zijn en/of
(nadat ze aangekomen waren op en/of nabij het adres van de vrouw,)
- die [benadeelde 2] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een factuur zou(den) gaan halen die hij, aangever, moest ondertekenen, waardoor [benadeelde 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(Zaakdossier 84)
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 februari 2009 tot en met 23 februari 2009 in de gemeente [gemeente 3], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam] en/of [naam] en/of [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van euro 4.500,-, althans geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [naam] gebeld en/of zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 4] en/of
- die [naam] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een minigraver Nante excavators, (minibagger), NT-18, bouwjaar 2008, te koop had(den) en deze namens de eigenaar aanbo(o)d(en) en/of
- dat de eigenaar een verkeersongeval met die minigraver had gehad, daarbij ernstig gewond was geraakt, nog in levensgevaar verkeerde en nog in coma lag en/of
- dat het een noodgeval was en dat de machine goedkoop verkocht zou worden en/of
- dat tijdens de aanrijding de machine van de aanhangwagen was gevallen en er lichte schade was ontstaan aan de cabine, maar dat de machine buiten deze beschadigingen om nog goed werkte en/of
- dat de eigenaar een éénmans onderneming had en/of dat de vrouw van de eigenaar overstuur was, zelf niet kon handelen en dat ze nu wilde stoppen met de zaak na het ongeval van haar man en/of
- die [naam] en/of [naam] meegedeeld en/of verteld dat de man afgelopen nacht was overleden en de machine nu niet kon worden opgehaald en/of dat hij en/of zijn mededader de machine zelf zou(den) brengen op 24 februari 2009 en/of
- (vervolgens) dat hij en/of zijn mededader de machine niet kon(den) brengen omdat zijn/hun vrachtauto stuk was, maar wanneer zij, [naam] en/of [naam], vandaag de machine nog zouden halen, zij de machine voor euro 4.500,- konden krijgen en/of kopen en/of
(nadat die [naam] in zijn voertuig in [gemeente 3] op de [straat] was gearriveerd,)
- die [naam] meegedeeld en/of verteld dat zij, aangever en verdachte(n) naar de vrouw moesten rijden om de papieren te halen en dat hij en/of zijn mededader de papieren bij de vrouw zou(den) ophalen en/of
- die [naam] een rekening overlegd en/of
- die [naam] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader na de aanrijding nog met de machine had(den) gewerkt en deze goed werkte, behalve de optische schade aan de cabine en/of
- dat de machine aan de andere kant van de stad stond en dat de vrouw van de overleden man niet mee kon omdat ze ziek was en hoge bloeddruk had en/of
- dat de vrouw de papieren en de sleutel niet eerde wilde afgeven voordat ze het geld had ontvangen, waardoor [naam] en/of [naam] en/of [benadeelde 3] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(Zaakdossier 46)
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 02 juli 2009 tot en met 10 juli 2009 te [plaats 2], in de gemeente [gemeente 4], in elk geval in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [benadeelde 1] gebeld en zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 5] en/of
- die [benadeelde 1] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader uit Nederland belde(n) en of hij, aangever, belangstelling had voor een grasmachine van het merk Roberine, type 1203, voor een bedrag van 4.000,- euro, en/of
- dat hij en/of zijn mededader zelf dergelijke machines niet te koop had(den) maar deze moest(en) verkopen in opdracht van een weduwe en/of
(nadat die [benadeelde 1] (hem), verdachte(n), enige dagen later (terug)belde,)
- die [benadeelde 1] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader met vakantie was/waren en dat zijn/hun zoon de zaak verder zou afhandelen en/of dat hij en/of zijn mededader nog wel het btw nummer van hem, aangever, nodig had(den) zodat hij en/of zijn mededader de rekening door de weduwe kon(den) laten uitschrijven en/of dat de grasmaaier kon worden afgehaald op het adres [adres], [woonplaats] en/of (nadat die [benadeelde 1] in zijn auto in [plaats 3] op het adres [adres] was gearriveerd en er een man stond ter hoogte van voornoemd perceel die aangever wenkte,)
- zich voorgesteld en/of voorgedaan als de zoon van [alias 5], [alias 5] en/of
- die [benadeelde 1] meegedeeld en/of gevraagd of hij, aangever, voor de grasmaaier kwam en/of
- (vervolgens) die [benadeelde 1] verzocht naar een naburig dorp te rijden om de grasmaaier daar hij de weduwe op te halen en/of
(nadat verdachte(n) en aangever in dit naburig dorp waren aangekomen,)
- die [benadeelde 1] meegedeeld en/of verteld dat de weduwe erg verdrietig was vanwege het verlies van haar man en/of dat hij en/of zijn mededader eerst snel even langs de weduwe zou(den) gaan om de papieren van overdracht op te halen en/of
(nadat hij en/of zijn mededader terug was/waren,)
- die [benadeelde 1] meegedeeld en/of verteld dat alles geregeld was en/of dat de weduwe op dit moment bezoek had van de uitvaartvereniging en dat er een verdrietige sfeer hing en/of dat hij en/of zijn mededader haar verder niet lastig wilde(n) vallen en hem, aangever, verzocht(en) het geld af te geven zodat hij en/of zijn mededader de weduwe kon(den) betalen, waardoor [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(Zaakdossier 78)
Vrijspraak
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte van het hem onder 4 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat de door verdachte naderhand ingetrokken bekennende verklaring niet voor het bewijs kan worden gebruikt, verdachte zich nooit gezamenlijk met zijn schoonzoon schuldig heeft gemaakt aan oplichtingen en dat de door de rechtbank opgesomde bewijsmiddelen niets met verdachte van doen hebben.
De advocaat-generaal heeft aangevoerd dat het onder 4 ten laste gelegde, gelet op de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] en de verkregen gegevens van verdachtes Tomtom, wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het hof is van oordeel dat hetgeen de advocaat-generaal heeft aangevoerd, onvoldoende is om tot het wettig en overtuigend bewijs van het onder 4 ten laste gelegde te komen. Ook overigens acht het hof onvoldoende bewijs voorhanden om het onder 4 ten laste gelegde te bewijzen. Het hof zal verdachte daarom van het hem onder 4 ten laste gelegde vrijspreken.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in de periode van 2 februari 2009 tot en met 4 februari 2009 te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1] (L), in elk geval in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van euro 2000,-, hebbende verdachte en/of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- aangever [benadeelde 4] gebeld en zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 1] en
- die [benadeelde 4] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader in [plaats 1] een traktor te koop wist(en) te staan en
- dat de eigenaresse er van af wilde omdat haar man overleden was en
- dat ene heer [alias 2] de verkoop verder zou doen en dat die heer [alias 2] binnen een half uur zou bellen en/of
- die [benadeelde 4] gebeld en/of zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 2]
- die [benadeelde 4] meegedeeld en/of verteld dat hij, aangever, vandaag wel kon komen en dat hij en/of zijn mededader het adres waar aangever moest komen nog wel door zou(den) geven en
- die [benadeelde 4] een sms bericht gestuurd met daarin vermeld het adres [adres], [woonplaats] en
(nadat die [benadeelde 4] in zijn voertuig op voornoemd adres was gearriveerd en er een man op straat stond die richting [benadeelde 4] stond te zwaaien, waarvan die [benadeelde 4] vermoedde dat het [alias 2] en/of [alias 1] betrof en)
- zich (vervolgens) voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 1] en
- die [benadeelde 4] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader aangever mee zou(den) nemen naar de vrouw die de traktor te koop had staan en
- dat de vrouw die de traktor te koop had staan erg ziek was en vermoedelijk met spoed naar het ziekenhuis moest worden gebracht en
- dat elk ogenblik de ambulance zou komen om de vrouw op te halen en
- dat de vrouw [naam] genaamd zou zijn en
- dat hij en/of zijn mededader het verkoopbedrag van euro 4000,- graag meteen wilde(n)
hebben omdat die vrouw naar het ziekenhuis moest en
- dat hij en/of zijn mededader dan met het geld naar de vrouw zou(den) gaan en de papieren
van de traktor op zou(den) halen en
- dat de traktor ergens in een schuur zou staan en ze deze daar op zouden halen,
waardoor [benadeelde 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij in de periode van 1 september 2009 tot en met 3 september 2009 in de gemeente [gemeente 2], in elk geval in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van 5.500,- euro, hebbende verdachte en/of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [benadeelde 2] gebeld en/of zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 3] en
- die [benadeelde 2] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een volledige kraan met motor te koop had(den) voor 5.000,- euro en
- dat hij en/of zijn mededader voor transport kon(den) zorgen, hetgeen euro 500,- extra zou kosten en
- met die [benadeelde 2] afgesproken op het adres [adres] te [gemeente 2] en
- (vervolgens) die [benadeelde 2] een sms bericht gestuurd met daarin de mededeling dat hij en/of zijn mededader zou(den) wonen aan de [adres] te [gemeente 2] en dat hij en/of zijn mededader die [benadeelde 2] daar zou(den) opwachten en
(nadat hij, aangever, [benadeelde 2] in zijn auto op voornoemd adres was gearriveerd, hij, aangever, op een bouwplaats een man naast en/of in de nabijheid van een kraan zag staan, welke kraan voorzien was van het opschrift [alias 3], en welke man vervolgens op hem, aangever, kwam toe- en/of afgelopen en)
- die [benadeelde 2] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een tussenperso(o)n(en) was/waren en/of dat hij, aangever, eerst geld moest regelen en dat zij, aangever en verdachte(n), ergens anders heen moesten rijden omdat daar de vrouw was die de eigenaar van de kraan was en dat deze vrouw suikerziekte zou hebben en er nu een dokter bij de vrouw zou zijn en
(nadat ze aangekomen waren op en/of nabij het adres van de vrouw,)
- die [benadeelde 2] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een factuur zou(den) gaan halen die hij, aangever, moest ondertekenen, waardoor [benadeelde 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij in de periode van 16 februari 2009 tot en met 23 februari 2009 in de gemeente [gemeente 3], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam] en/of [naam] en/of [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van euro 4.500,-, hebbende verdachte en/of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [naam] gebeld en/of zich voorgesteld en/of voorgedaan als [alias 4] en
- die [naam] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader een minigraver Nante excavators, (minibagger), NT-18, bouwjaar 2008, te koop had(den) en deze namens de eigenaar aanbo(o)d(en) en
- dat de eigenaar een verkeersongeval met die minigraver had gehad, daarbij ernstig gewond was geraakt, nog in levensgevaar verkeerde en nog in coma lag en
- dat het een noodgeval was en dat de machine goedkoop verkocht zou worden en
- dat tijdens de aanrijding de machine van de aanhangwagen was gevallen en er lichte schade was ontstaan aan de cabine, maar dat de machine buiten deze beschadigingen om nog goed werkte en
- dat de eigenaar een éénmans onderneming had en dat de vrouw van de eigenaar overstuur was, zelf niet kon handelen en dat ze nu wilde stoppen met de zaak na het ongeval van haar man en
- die [naam] en/of [naam] meegedeeld en/of verteld dat de man afgelopen nacht was overleden en de machine nu niet kon worden opgehaald en dat hij en/of zijn mededader de machine zelf zou(den) brengen op 24 februari 2009 en
- (vervolgens) dat hij en/of zijn mededader de machine niet kon(den) brengen omdat zijn/hun vrachtauto stuk was, maar wanneer zij, [naam] en/of [naam], vandaag de machine nog zouden halen, zij de machine voor euro 4.500,- konden kopen en
(nadat die [naam] in zijn voertuig in [gemeente 3] op de [straat] was gearriveerd,)
- die [naam] meegedeeld en/of verteld dat zij, aangever en verdachte(n) naar de vrouw moesten rijden om de papieren te halen en dat hij en/of zijn mededader de papieren bij de vrouw zou(den) ophalen en
- die [naam] een rekening overlegd en
- die [naam] meegedeeld en/of verteld dat hij en/of zijn mededader na de aanrijding nog met de machine had(den) gewerkt en deze goed werkte, behalve de optische schade aan de cabine en
- dat de machine aan de andere kant van de stad stond en dat de vrouw van de overleden man niet mee kon omdat ze ziek was en hoge bloeddruk had en
- dat de vrouw de papieren en de sleutel niet eerder wilde afgeven voordat ze het geld had ontvangen, waardoor [naam] en/of [naam] en/of [benadeelde 3] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
onder 1, 2 en 3 telkens: medeplegen van oplichting.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Ten aanzien van verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan drie oplichtingen. Daarnaast zijn ter zitting door verdachte 15 ad informandum gevoegde feiten erkend. Deze feiten worden door het hof bij de straftoemeting in aanmerking genomen.
Verdachte ging (met zijn mededader) geraffineerd te werk. Er werd gereageeerd op zoekadvertententies op het internet.
Verdachte en zijn mededader deden zich voor als bemiddelaars bij de verkoop van gemotoriseerde werktuigen. In werkelijkheid verkochten zij deze goederen niet. Met een vooropgezet plan bewogen zij geïnteresseerde kopers ter plaatse te verschijnen. Ter plaatse deelden zij vervolgens mee dat, vanwege persoonlijke omstandigheden van de verkopers, zij de geldbedragen meteen in ontvangst wilden nemen, de geldbedragen aan de verkopers wilden overhandigen en pas daarna de goederen zouden leveren. Nadat zij de geldbedragen in ontvangst hadden genomen, verdwenen zij. Verdachte en zijn mededader hebben zich laten leiden door het oogmerk van financieel gewin. Door aldus te handelen hebben zij het vertrouwen dat aangevers kennelijk in hen hadden gesteld op grove wijze misbruikt.
Het hof heeft bij de strafoplegging een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 augustus 2010 betrokken. Daaruit blijkt dat verdachte meermalen ter zake van soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Daarbij is meermalen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Kennelijk hebben die veroordelingen verdachte er niet van weerhouden opnieuw soortgelijke strafbare feiten te plegen.
De in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal in hoger beroep (voor 4 feiten) gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden is - bezien in het licht van het hierboven genoemde strafrechtelijk verleden en de 15 ad informandum gevoegde feiten - aan de milde kant.
Het hof komt, ondanks de omstandigheid dat het hof een feit minder bewezen acht, tot dezelfde strafoplegging als door de advocaat-generaal is gevorderd en in eerste aanleg is opgelegd. Het hof komt tot deze strafoplegging omdat deze straf recht doet aan het aantal en de ernst van de feiten en de recidive van verdachte.
Benadeelde partijen
[benadeelde 4] (feit 1)
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat de benadeelde partij zich in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is door de benadeelde partij als volgt begroot:
aanbetaling € 2.000,-
verletkosten € 1.100,-
reiskosten, 1.420 km à € 0,40 € 568,-
Totaal € 3.668,-
De raadsman heeft aangevoerd dat de vordering kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.000,-.
Aannemelijk is geworden dat schade door het onder 1 bewezenverklaarde feit aan de benadeelde partij is toegebracht. De aanbetaling ad € 2.000,- en de verletkosten ad € 1.100,- zijn voor toewijzing vatbaar. De reiskosten begroot het hof op een bedrag van € 269,80 (1.420 km à € 0,19). Het hof zal de vordering derhalve toewijzen tot een bedrag van € 3.369,80 en voor het overige afwijzen. Indien dit bedrag door de mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, zal de verdachte in zoverre zijn of worden bevrijd.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
[benadeelde 2] (feit 2)
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen zoals na te melden, een en ander zodanig, dat indien dit bedrag door de mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
[benadeelde 3] (feit 3)
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat de benadeelde partij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort, voor zover die vordering in eerste aanleg is toegewezen.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen zoals na te melden, een en ander zodanig, dat indien dit bedrag door de mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
[benadeelde 1] (feit 4)
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat de benadeelde partij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort, voor zover die vordering in eerste aanleg is toegewezen.
Nu aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De raadsman heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel niet op te leggen, subsidiair de hoogte ervan te matigen. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat verdachte de schade niet binnen 27 maanden kan betalen en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel slechts zal leiden tot het in de toekomst ten uitvoer leggen van de vervangende hechtenis.
De draagkracht van verdachte vormt in beginsel geen maatstaf ter bepaling van de hoogte van de schadevergoedingsmaatregel. De maatregel is namelijk gericht op het herstel van de rechtmatige toestand. Slechts van belang is of en in hoeverre de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Het gebrek aan draagkracht kan onder omstandigheden in uitzonderlijke gevallen voor de rechter reden zijn ervan af te zien de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, zoals wanneer op voorhand vast staat dat het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel slechts zal leiden tot het in de toekomst tenuitvoerleggen van vervangende hechtenis (NJ 2009, 293). De enkele opmerking van de raadsman dat verdachte onvoldoende middelen heeft om de op te leggen betalingsverplichtingen tijdig en volledig te voldoen, vormt onvoldoende reden om het bestaan van dergelijke bijzondere omstandigheden aanwezig te achten.
Aangezien de verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van in totaal
€ 13.369,80 die door de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht en het belang van de slachtoffers ermee is gediend, zal aan de verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dit schadebedrag ten behoeve van de slachtoffers.
Inbeslaggenomen goederen
Onder verdachte zijn goederen inbeslaggenomen, te weten:
- een wegwerp fototoestel;
- een busje pepperspray (A04.02.01)
- een Albert-Heijntas met oranje jas en regenbroek (A.06.01.01)
- een Armani pet
- een portefeuille (A07.01)
- een geldbedrag van € 947,40.
Verbeurdverklaring
De door het hof verbeurd te verklaren voorwerpen, te weten een Albert-Heijntas met oranje jas en regenbroek, zijn daarvoor vatbaar. Immers, met betrekking tot die voorwerpen zijn de bewezenverklaarde feiten begaan, terwijl uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de goederen toebehoren aan verdachte. Het hof heeft daarbij gelet op de draagkracht van verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken.
Onttrekking aan het verkeer
De door het hof aan het verkeer te onttrekken voorwerp, te weten een busje pepperspray, is daarvoor vatbaar. Immers dat voorwerp, dat blijkens het onderzoek ter zitting aan verdachte toebehoort en van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang, is bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane bewezenverklaarde feiten aangetroffen, terwijl dat voorwerp kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van een soortgelijk feit, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan.
Teruggave aan verdachte
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal het hof de teruggave van het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag van € 947,40, de portefeuille en het wegwerp fototoestel aan verdachte gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het hem onder 5 en 6 tenlastegelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd:
- Albert-Heijntas met oranje jas en regenbroek (A.06.01.01);
- Armani pet (A.07.01);
verklaart aan het verkeer onttrokken:
- busje pepperspray (A04.02.01);
gelast de teruggave aan verdachte van:
- portefeuille (A07.01);
- geldbedrag ad ? 947,40;
- wegwerp fototoestel;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 4], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van drieduizend driehonderdnegenenzestig euro en tachtig cent;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van drieduizend driehonderdnegenenzestig euro en tachtig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van drieënveertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van vijfduizend vijfhonderd euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat de schade is ontstaan;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vijfduizend vijfhonderd euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat de schade is ontstaan, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tweeënzestig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], gevestigd te [woonplaats], tot een bedrag van vierduizend vijfhonderd euro;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vierduizend vijfhonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], gevestigd te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vijfenvijftig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter, mr. K.J. van Dijk en mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier, zijnde mr. Van Dijk voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.