ECLI:NL:GHARN:2010:BO4789
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het verzoek was eerder door de rechtbank Almelo afgewezen op 19 oktober 2010. De appellant, die zich beroept op verstandelijke beperkingen en een onjuist financieel beheer door zijn broer, stelt dat hij zijn financiën inmiddels op orde heeft en geen nieuwe schulden meer maakt. Hij ontvangt begeleiding van de J.P. van der Bentstichting en maakt gebruik van budgetbeheer van de Stadsbank.
Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de omstandigheden van de appellant, waaronder zijn verstandelijke beperking en de rol van zijn broer in het financiële beheer. Desondanks oordeelt het hof dat de appellant onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij te goeder trouw is geweest in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek. Het hof wijst erop dat de appellant verantwoordelijk is voor zijn eigen financiën en dat hij had moeten toezien op de betalingen, vooral gezien eerdere problemen met het financiële beheer door zijn broer.
Het hof concludeert dat, hoewel de appellant zijn best doet om een nieuw begin te maken en begeleiding accepteert, de tijd nog niet rijp is voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Er is behoefte aan meer concrete resultaten en een stabielere situatie voordat een dergelijke regeling kan worden overwogen. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.