ECLI:NL:GHARN:2010:BO4537
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M.M.A. Wind
- P.R. Tjallema
- W.J. Overtoom
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake nakoming omgangsregeling en dwangsom
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de nakoming van een omgangsregeling tussen een vader en zijn kinderen. De vrouw, appellante in deze zaak, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die haar had veroordeeld om de omgangsregeling na te komen op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter had geoordeeld dat de vrouw de omgangsregeling, die in 2005 was vastgesteld, niet had nageleefd en dat er geen zwaarwegende omstandigheden waren die dit zouden rechtvaardigen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: het huwelijk van partijen is op 9 april 2003 ontbonden en uit dit huwelijk zijn drie minderjarige kinderen geboren. De hoofdverblijfplaats van de kinderen is bij de vrouw bepaald. De man had in kort geding gevorderd dat de vrouw de omgangsregeling zou naleven, omdat zij sinds februari 2010 geen medewerking meer verleende aan de omgang tussen de man en de kinderen. De voorzieningenrechter heeft de vrouw veroordeeld om de omgangsregeling na te komen, met een dwangsom van € 250 per kind per dag tot een maximum van € 5.000.
In hoger beroep heeft de vrouw vier grieven ingediend, waaronder de klacht dat de voorzieningenrechter de kinderen niet in de gelegenheid heeft gesteld hun mening kenbaar te maken. Het hof heeft de kinderen gehoord en vastgesteld dat zij tevreden zijn met de omgangsregeling zoals die in 2005 was vastgesteld. Het hof oordeelde dat de vrouw niet in staat was de kinderen de vrijheid te geven die zij hen wilde bieden, en dat de dwangsom niet bedoeld was om de kinderen te dwingen naar hun vader te gaan, maar om de vrouw te dwingen hen naar de man te laten gaan.
Het hof heeft de vordering van de vrouw in het incident afgewezen en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. De kosten van de procedure in hoger beroep zijn gecompenseerd, zodat ieder van partijen de eigen kosten draagt.