ECLI:NL:GHARN:2010:BO4325
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S. Zwerwer
- K. Lahuis
- F. Vellinga-Schootstra
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet voldoen aan vereisten volmacht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was bij verstek veroordeeld voor een misdrijf en had op 14 januari 2010 een mededeling van de uitspraak ontvangen, vergezeld van een bijsluiter waarin de procedure voor het aanwenden van rechtsmiddelen werd uitgelegd. De verdachte heeft vervolgens op 19 januari 2010 een brief gestuurd om aan te geven dat hij in hoger beroep wilde gaan. Echter, het hof heeft vastgesteld dat de door de verdachte verleende schriftelijke bijzondere volmacht aan de griffie niet voldeed aan de eisen van artikel 450, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte had niet ingestemd met het namens hem in ontvangst nemen van de oproeping en had ook niet aangegeven naar welk adres een afschrift van de oproeping moest worden gezonden.
Het hof heeft in zijn overwegingen verwezen naar de Memorie van Toelichting op de Wet Stroomlijning hoger beroep, waarin wordt benadrukt dat het noodzakelijk is dat de verdachte instemt met de wijze van oproeping om te voorkomen dat hij zich onbereikbaar houdt voor gerechtelijke mededelingen. Ondanks dat de verdachte tijdig in hoger beroep was gekomen, heeft het hof geoordeeld dat het beroep niet op de voorgeschreven wijze was ingesteld. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van het correct volgen van de procedure bij het aanwenden van rechtsmiddelen, en dat het niet voldoen aan de vereisten kan leiden tot niet-ontvankelijkheid, zelfs als het beroep tijdig is ingediend.