ECLI:NL:GHARN:2010:BO4323
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S. Zwerwer
- K. Lahuis
- F. Vellinga-Schootstra
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van mishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, maar heeft tegen deze veroordeling hoger beroep aangetekend. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij het hof de verklaringen van de betrokkenen en de beschikbare bewijsmiddelen heeft beoordeeld. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, met een voorwaardelijk deel en een proeftijd van 2 jaar.
Echter, na zorgvuldige afweging van de bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van het slachtoffer en getuigen, heeft het hof geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het ten laste gelegde feit. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen niet voldoende overtuigend waren om tot een bewezenverklaring te komen. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van mishandeling.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang. De beslissing is genomen door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de zaak gezamenlijk hebben beoordeeld. De uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de griffier, waarbij één van de rechters buiten staat was om te ondertekenen.