ECLI:NL:GHARN:2010:BO3362
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en niet-ontvankelijkheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het hof heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, alsook van de brief van mr. M.C. van der Meij, de advocaat van [appellant]. De mondelinge behandeling vond plaats op 1 november 2010, waarbij [appellant] in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat. De rechtbank Arnhem had eerder op 22 maart 2010 een voorlopige voorziening getroffen, waarbij de tenuitvoerlegging van een ontruiming van de woning van [appellant] was geschorst, onder bepaalde voorwaarden. Echter, op 7 oktober 2010 verklaarde de rechtbank [appellant] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, omdat het verzoek niet voldeed aan de wettelijke eisen. Het hof overweegt dat het gesloten stelsel van hoger beroep binnen de Faillissementswet niet voorziet in een rechtsmiddel tegen een niet-ontvankelijkverklaring. Het hof concludeert dat er geen reden is om het appèlverbod te doorbreken, aangezien de rechtbank niet verplicht was om [appellant] een nadere termijn te geven voor het aanvullen van zijn aanvraag. Het hof wijst erop dat de rechtbank de mogelijkheid heeft om een termijn te gunnen, maar dit niet verplicht is. De beslissing van de rechtbank om [appellant] niet-ontvankelijk te verklaren wordt bevestigd, en het hof verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep.