ECLI:NL:GHARN:2010:BO1749
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Faillissement en bekrachtiging van een in oppositie gewezen vonnis tot faillietverklaring
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Arnhem, waarbij de appellant in staat van faillissement was verklaard op verzoek van de geïntimeerde, CMS Derks Star Busmann N.V. De appellant, die in 2002 gescheiden was van zijn ex-partner [X], had een alimentatieverplichting van € 1.500,- per maand, maar had deze betalingen sinds mei 2010 stopgezet. De appellant had eerder een managementfee van maximaal € 2.500,- per maand ontvangen van zijn huidige onderneming, Ergo Gardening Tools B.V., maar had ook te maken met financiële problemen door eerdere geschillen en het faillissement van zijn vorige onderneming, Pondac Products B.V.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant meerdere opeisbare schulden had, waaronder een aanzienlijke achterstand in alimentatiebetalingen aan [X]. Het hof oordeelde dat er summierlijk bewijs was van het vorderingsrecht van CMS op de appellant en dat de appellant in de toestand verkeerde dat hij had opgehouden te betalen. De appellant had geprobeerd een betalingsregeling te treffen met zijn schuldeisers, maar het hof oordeelde dat dit niet voldoende was om te concluderen dat hij niet in staat was zijn schulden te betalen.
De beslissing van het hof was om het vonnis van de rechtbank Arnhem te bekrachtigen, waarmee de faillietverklaring van de appellant werd gehandhaafd. Het hof concludeerde dat de appellant niet had aangetoond dat hij in staat was om zijn schulden te voldoen, en dat de vordering van [X] niet misbruik van bevoegdheid opleverde. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een summier bewijs van het vorderingsrecht van de aanvragende schuldeiser en de toestand van de schuldenaar in faillissementszaken.