ECLI:NL:GHARN:2010:BO1679

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003166-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor gekwalificeerde diefstal door minderjarige

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De minderjarige verdachte was eerder veroordeeld voor gekwalificeerde diefstal en had een voorwaardelijke jeugddetentie opgelegd gekregen. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een jeugddetentie van één maand en de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal in vereniging, waarbij hij samen met een medeverdachte een navigatiesysteem uit een auto had weggenomen. Het hof overwoog dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal, ondanks het verweer van de raadsman dat er geen sprake was van bewuste samenwerking. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van één maand en gelastte de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden. De beslissing is genomen op basis van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare strafbare feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003166-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-614306-09 en 07-610060-08 (TUL)
Arrest van 22 oktober 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1993] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.R.J. Helmantel, advocaat te Dronten.
Het vonnis waarvan beroep
De kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 oktober 2010 in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 4 december 2009.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot jeugddetentie voor de duur van ??n maand. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de tenuitvoerlegging zal toewijzen van een bij vonnis van 16 oktober 2008 van de kinderrechter te Zwolle opgelegde jeugddetentie van twee maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 27 mei 2009 in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een op of aan de [straat] geparkeerd staande auto heeft weggenomen een navigatiesysteem (Tom Tom One-3), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Bewijsoverweging
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof betoogd dat er geen sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte niet kan volgen uit het enkele feit dat verdachte bij het ten laste gelegde incident aanwezig was. Tevens verklaren de getuigen verschillend over het voorval en is de medeverdachte onduidelijk over zijn eigen rol. Naar de mening van de raadsman is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig om tot een bewezenverklaring te komen.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Het hof stelt op basis van de zich in het dossier bevindende getuigeverklaring van [getuige] vast, dat verdachte een steen door de ruit van de auto heeft gegooid en dat zijn medeverdachte vervolgens het navigatiesysteem uit de auto heeft gehaald. Ook uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] blijkt dat beiden het idee hadden om iets uit een auto te halen en dat verdachte daartoe een steen door de autoruit heeft gegooid. Derhalve hebben beide verdachten een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de diefstal. De lezing van verdachte dat zijn medeverdachte opeens een steen door de ruit van de auto gooide, verdachte er alleen maar bij stond en vervolgens besloot weg te rennen, volgt het hof dan ook niet. Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging als bedoeld in de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en verwerpt het verweer van de raadsman.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 27 mei 2009 in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een op of aan de [straat] geparkeerd staande auto heeft weggenomen een navigatiesysteem (Tom Tom One-3), toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik hebben gebracht door middel van braak.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging van een navigatiesysteem uit een auto. Verdachte heeft door aldus te handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaar van deze auto, [slachtoffer].
Blijkens een uittreksel justitiële documentatie d.d. 24 augustus 2010 is verdachte meermalen veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder vermogensdelicten.
Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals deze ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gekomen. Tevens heeft het hof acht geslagen op het rapport van de Jeugdreclassering d.d. 3 november 2009 en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 17 november 2009.
Gelet op het feit dat verdachte -zowel in een vrijwillig kader als in een justitieel kader- niet ontvankelijk blijkt voor ondersteuning en begeleiding ?n in aanmerking genomen dat verdachte meermalen is gerecidiveerd, acht het hof oplegging van onvoorwaardelijke jeugddetentie passend en geboden. Alles afwegende komt het hof tot een strafoplegging die gelijk is aan hetgeen in eerste aanleg is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd.
Tenuitvoerlegging parketnummer 07-610060-08
Veroordeelde is op 16 oktober 2008 door de kinderechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad (onder meer) veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Gebleken is dat veroordeelde voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd het hiervoor bewezen verklaarde feit heeft begaan. Het hof zal op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van twee maanden jeugddetentie.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77dd, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot jeugddetentie voor de duur van één maand;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de kinderrechter van 16 oktober 2008 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
jeugddetentie voor de duur van twee maanden.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. S.H. Wachter en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse als griffier.
-