ECLI:NL:GHARN:2010:BO1387

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
21 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002658-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor winkeldiefstal met recidive

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1980 en thans verblijvende in de penitentiaire inrichting Flevoland, was eerder veroordeeld voor een misdrijf en had hoger beroep aangetekend tegen deze veroordeling. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf, en de advocaat-generaal vorderde in hoger beroep eenzelfde straf van drie weken.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De tenlastelegging betrof diefstal van kledingstukken, die de verdachte op 24 augustus 2009 had weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan deze winkeldiefstal. De verdachte had eerder al meerdere keren onherroepelijk voor soortgelijke feiten een straf opgelegd gekregen, wat de ernst van de situatie onderstreepte.

Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof concludeerde dat, gezien de recidive en de eerdere veroordelingen, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk was. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, waarbij het hof benadrukte dat een mildere straf niet meer in aanmerking kwam.

Uitspraak

parketnummer: 24-002658-09
parketnummer eerste aanleg: 07-602917-09
Arrest van 21 oktober 2010 van het gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 20 oktober 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1980] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit anderen hoofde verblijvende in de penitentiaire inrichting Flevoland - Huis van Bewaring Almere Binnen te Almere,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.H.W. van der Lee, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het hierboven genoemde vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 augustus 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kledingstukken, te weten één (korte) broek en/of één shirt, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf], (filiaal [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 24 augustus 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kledingstukken, te weten één korte broek en één shirt, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf], filiaal [straat].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht de verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de in hoger beroep op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Dat is een delict dat hinder, schade en/of ergernis veroorzaakt voor de gedupeerde. De verdachte heeft kennelijk enkel en alleen gehandeld vanuit het oogpunt van eigen bevoordeling en heeft er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander. Het hof hanteert met betrekking tot een dergelijk delict het landelijk oriëntatiepunt voor straftoemeting dat in beginsel - zeker wanneer een verdachte in herhaling is vervallen - oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf met zich brengt.
Voorts blijkt uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 juli 2010 dat hij reeds meerdere keren onherroepelijk is veroordeeld ter zake van onder meer (winkel)diefstal. Verdachte laat zich kennelijk niets gelegen liggen aan die veroordelingen.
Tevens heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken ter terechtzitting.
Met name gelet op de justiti?le documentatie van de verdachte en de daaruit naar voren komende veelvuldige recidive op het gebied van winkeldiefstal, is het hof van oordeel dat uit een oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van het begane delict een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van hierna te noemen duur noodzakelijk en geboden is. Een andere, mildere strafmodaliteit komt niet meer in aanmerking.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waartegen het beroep is gericht, en opnieuw recht doende:
verklaart het aan de verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en de verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte [verdachte] tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. W. Foppen en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van H. Kingma als griffier. Mr. Hielkema is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
-