ECLI:NL:GHARN:2010:BO0976
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.I.M.W. Bartelds
- G. Mintjes
- J.H.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Beëindiging terbeschikkingstelling na beoordeling recidiverisico
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 21 april 2010, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar wilde verlengen. Het hof heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, omdat het recidiverisico van de betrokkene als acceptabel laag werd ingeschat. De kliniek waar de betrokkene verbleef, had aanvankelijk geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, maar na nieuwe informatie en getuigenverklaringen kwam het hof tot de conclusie dat de veiligheid van anderen niet langer een verlenging eiste.
De betrokkene, die in het verleden afhankelijk was van cannabis en ook alcohol- en cocaïneproblemen had, werd door de kliniek als niet-risicovol beoordeeld. Het hof oordeelde dat de betrokkene voldoende sociale en copingvaardigheden had om zich in de maatschappij te handhaven. De kliniek had aangegeven dat het resocialisatietraject van de betrokkene belemmerd werd door het zero-tolerance beleid ten aanzien van drugsgebruik, wat de kans op een succesvolle re-integratie in de weg stond. De betrokkene was bereid om na beëindiging van de terbeschikkingstelling op vrijwillige basis verdere behandeling en begeleiding te accepteren.
Op basis van deze overwegingen heeft het hof de beslissing van de rechtbank vernietigd en de vordering van de officier van justitie afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van het recidiverisico en de mogelijkheden voor resocialisatie van de betrokkene.