ECLI:NL:GHARN:2010:BO0158

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002249-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal en alcoholgebruik

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1971, was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. V. Wolting. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf en een overtreding, en had hoger beroep aangetekend tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in behandeling genomen, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken had geëist, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte was beschuldigd van diefstal van koper, toebehorende aan een woningbouwvereniging, en van het nuttigen van alcoholhoudende drank in een aangewezen gebied.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van koper, maar heeft de beschuldiging van alcoholgebruik niet bewezen geacht. De verdachte is vrijgesproken van het tweede tenlastegelegde feit. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten. Het hof heeft besloten om de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, met afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002249-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-400166-09 + 07-400007-09 (tul)
Arrest van 12 oktober 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 2 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. V. Wolting, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf en een overtreding veroordeeld tot straffen en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van het vonnis van de politierechter te Zwolle-Lelystad van 25 maart 2009. Voor wat betreft het onder 2 ten laste gelegde heeft de advocaat-generaal zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1. hij op of omstreeks 11 juni 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen resten koper, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de woningbouwvereniging [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2. hij op of omstreeks 18 augustus 2008 in de gemeente [pleeggemeente] op het [straat], althans op een weg, deeluitmakende van een door het college van Burgemeester en wethouders aangewezen gebied bier, althans alcoholhoudende drank heeft genuttigd, althans met dat doel een aangebroken blikje met bier, althans met alcoholhoudende drank bij zich heeft gehad.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 2 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt daarbij dat niet bewezen kan worden dat verdachte bier, althans alcoholhoudende drank heeft genuttigd en tevens niet kan worden bewezen dat verdachte bier bij zich had met - zoals is tenlastegelegd - het doel dit te nuttigen.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1. hij op 11 juni 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen resten koper, toebehorende aan de woningbouwvereniging [bedrijf].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
1. diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van koper.
Uit een uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 16 juli 2010 blijkt dat verdachte meerdere malen is veroordeeld onder meer ter zake van vermogensdelicten.
Uit de bovenstaande feiten en omstandigheden volgt - gelet op de landelijke geldende ori?ntatiepunten - dat aan verdachte in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd.
Gelet echter op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het voortgangsverslag van Tactus verslavingszorg d.d. 27 september 2010, zal het hof volstaan met oplegging van een geheel voorwaardelijke straf met een proeftijd van twee jaren.
Vordering tenuitvoerlegging
Het hof ziet in de hiervoor genoemde persoonlijke omstandigheden tevens aanleiding de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 25 maart 2009 voorwaardelijk opgelegde straf, af te wijzen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Zwolle-Lelystad van 25 maart 2009.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier.