ECLI:NL:GHARN:2010:BO0158
Gerechtshof Arnhem
Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal en alcoholgebruik
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1971, was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. V. Wolting. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf en een overtreding, en had hoger beroep aangetekend tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in behandeling genomen, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken had geëist, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte was beschuldigd van diefstal van koper, toebehorende aan een woningbouwvereniging, en van het nuttigen van alcoholhoudende drank in een aangewezen gebied.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van koper, maar heeft de beschuldiging van alcoholgebruik niet bewezen geacht. De verdachte is vrijgesproken van het tweede tenlastegelegde feit. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten. Het hof heeft besloten om de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, met afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.