Tenlastelegging
Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep van belang, ten laste gelegd, dat:
(parketnummer 07-600780-06)
hij op of omstreeks 28 augustus 2005, te omstreeks 03.50 uur in de gemeente [pleeggemeente] als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets, merk Yamaha), daarmede rijdende over de weg, (het fietspad gelegen parallel aan) de [straat], zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- te rijden, na zodanig gebruik van alcholhoudende (het hof leest: alcoholhoudende) drank, dat het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,95 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn,
en/of
- te rijden, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten cocaïne en/of methylecgonine en/of benzoylechonine, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht,
en/of
- met het door hem bestuurde motorrijtuig, een bromfiets als bedoeld in artikel 1.1 onder m van het Voertuigreglement, welke bromfiets was geconstrueerd voor een maximum snelheid van ten hoogste 45 kilometer per uur, te rijden terwijl die bromfiets niet bij voortduring is blijven voldoen aan die door de constructie bepaalde maximumsnelheid,
en/of
- te rijden zonder dimlicht of groot licht te voeren,
en/of
- te rijden terwijl aan hem geen bromfietscerticaat (het hof leest: bromfietscertificaat) was afgegeven,
en/of
- niet voldoende rechts te houden, immers te rijden op de rijstrook van het fietspad voor het hem tegemoetkomende verkeer,
en/of
- (met de rechterveerpoot van het door hem bestuurde motorrijtuig) tegen (de uitlaat aan de rechterzijde van) een tegemoetkomend motorrijtuig (snorfiets, merk Peugeot) aan te rijden en/of te botsen waardoor hij, verdachte en/of de bestuurder van die (tegemoetkomende) snorfiets ten val is/zijn gekomen waardoor de bestuurder van die (tegemoetkomende) snorfiets (genaamd [slachtoffer 1]) werd gedood en/of de passagier van het door verdachte bestuurde motorrijtuig (genaamd [slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten een hersenschudding, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet.