ECLI:NL:GHARN:2010:BN9322
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- W.M. van Schuijlenburg
- H.J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onrechtmatige staandehouding en onvoldoende bewijs in verkeerszaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1987 en woonachtig in Deventer, was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. J. Vlug. De verdachte was eerder veroordeeld voor een overtreding van artikel 9 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij hij werd beschuldigd van het besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis.
Het hof heeft echter geoordeeld dat de staandehouding van de verdachte onrechtmatig was. Dit vormverzuim was niet meer te herstellen, waardoor alles wat volgde op deze staandehouding uitgesloten moest worden van het bewijs. Het hof concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het ten laste gelegde feit. De raadsman had betoogd dat de staandehouding onrechtmatig was en dat er geen bewijs was dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren. De uitspraak benadrukt het belang van een rechtmatige staandehouding en de noodzaak van voldoende bewijs in strafzaken.