ECLI:NL:GHARN:2010:BN8668

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002079-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor rijden onder invloed en doorrijden na ongeval met lagere geldboete en langere ontzegging rijbevoegdheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1965, werd beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol en het verlaten van de plaats van een verkeersongeval. Op 5 november 2008 bestuurde de verdachte een voertuig met een ademalcoholgehalte van 825 microgram, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. Na het ongeval, waarbij de auto van de aangever beschadigd raakte, verliet de verdachte de plaats van het ongeval zonder haar identiteit bekend te maken.

De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een geldboete van € 1250,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 9 maanden geëist. Het hof heeft echter besloten het vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft rekening gehouden met de financiële situatie van de verdachte en heeft besloten een lagere geldboete op te leggen dan gebruikelijk, maar deze te compenseren met een langere ontzegging van de rijbevoegdheid van 12 maanden.

Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan beide tenlastegelegde feiten en heeft haar veroordeeld tot een geldboete van € 1250,-, waarvan € 500,- voorwaardelijk. Daarnaast is de verdachte ontzegd de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden. Het hof heeft ook bepaald dat de boete in termijnen mag worden betaald, gezien de financiële omstandigheden van de verdachte. De uitspraak benadrukt de ernst van het rijden onder invloed en de gevolgen daarvan voor de verkeersveiligheid.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002079-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-605174-08
Arrest van 29 september 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 7 augustus 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door haar raadsman mr. W.P. Maris, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake van de haar onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten tot een geldboete van € 1250,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 9 maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
zij op of omstreeks 05 november 2008 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een voertuig, (personenauto, merk Nissan, type 100NX, kleur zwart), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van haar adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 825 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2.
zij op of omstreeks 05 november 2008 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig betrokken bij een verkeersongeval of door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt op de [straat], de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel en/of schade was toegebracht.
Bewijsoverwegingen
Door de verdediging is aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte met meer dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht verdachte achter het stuur heeft gezeten. Volgens de raadsman klopt het tijdspad in het dossier niet. Verbalisant [verbalisant] zou om 17.45 uur melding hebben gekregen van een ongeval waarbij de auto van verdachte betrokken was en al drie minuten later bij haar aan de deur hebben gestaan en geconstateerd hebben dat verdachte onvast ter been was en met dubbele tong sprak. Vervolgens zou verdachte om 17.50 uur zijn aangehouden en reeds om 18.05 uur op het politiebureau zijn gearriveerd. De raadsman acht dit onmogelijk binnen het aangegeven tijdsbestek en concludeert dat het proces-verbaal ondeugdelijk is en dus niet tot bewijs kan dienen. Dit moet leiden tot een vrijspraak van hetgeen onder 1 is ten laste gelegd en - omdat het hele onderzoek op losse schroeven staat - ook van het verwijt onder 2.
De verdachte en raadsman hebben ter terechtzitting van het hof aangevoerd dat verdachte thuis een - zo genoemde - schrikborrel heeft gedronken. Volgens de raadsman kan daarom niet worden vastgesteld dat verdachte met meer dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht achter het stuur heeft gezeten.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende:
Het hof ziet geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het in het strafdossier geschetste tijdspad. Verbalisant [verbalisant] bevond zich met zijn motorfiets in de onmiddellijke nabijheid van de woning van verdachte toen hij de melding kreeg dat haar auto waarschijnlijk betrokken was geweest bij een aanrijding waarbij de bestuurder was weggereden. Voorts bevindt het politiebureau zich - blijkens Google maps - niet ver van de woning van verdachte. Verdachte heeft zelf verschillend verklaard over de tijd dat zij al thuis zou zijn geweest toen de politie aan haar deur kwam. Voorts heeft haar huisgenoot, die de deur opende, verklaard dat zij pas net binnen was. Het hof hecht daarom geen waarde aan de verklaring van verdachte dat zij thuis een (flinke) schrikborrel heeft gedronken.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
zij op 05 november 2008 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een voertuig, (personenauto, merk Nissan, type 100NX, kleur zwart), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van haar adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 825 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2.
zij op 05 november 2008 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig betrokken bij een verkeersongeval op de [straat], de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar zij wist aan een ander (te weten [slachtoffer]) schade was toegebracht.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Onder 1. Overtreding van artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994;
Onder 2. Overtreding van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Op 5 november 2008 heeft verdachte een verkeersongeval veroorzaakt waarbij de auto van aangever [slachtoffer] beschadigd raakte. Verdachte heeft na het ongeval haar auto tot stilstand gebracht en zou met aangever naar een rustige plek rijden om een en ander omtrent de schade te regelen. Verdachte is deze afspraak niet nagekomen. Kort daarop is verdachte aangehouden. Vervolgens heeft de politie een ademanalyse afgenomen. Verdachte heeft door met een forse hoeveelheid alcoholhoudende drank op een auto te besturen de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht. Zij heeft haar identiteit en die van haar auto na het ongeval niet bekend gemaakt. Zij heeft getracht te verhinderen dat het slachtoffer in staat werd gesteld haar aansprakelijk te stellen voor de door hem geleden schade.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 30 juni 2010 blijkt, dat verdachte in 2004 voor het plegen van een misdrijf is veroordeeld. Verder heeft verdachte een transactie voldaan voor het rijden onder invloed.
Ter terechtzitting van het hof is aannemelijk geworden dat verdachte na november 2008 niet meer met politie of justitie in aanraking is geweest.
Het hof houdt bij de strafoplegging eveneens rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals daarvan ter terechtzitting van het hof is gebleken. Verdachte heeft tijdens de zitting naar voren gebracht dat ze een vervelende tijd achter de rug heeft gehad, in deze periode heeft zij een probleem met alcohol gehad. Het gaat inmiddels beter met verdachte. Tijdens de zitting heeft verdachte aangegeven dat zij schulden heeft en financieel op de rit probeert te komen. Uit financieel oogpunt heeft verdachte haar auto inmiddels verkocht. Ze heeft sinds vijf maanden een baan waarmee zij rond de € 1300 netto per maand verdient. Verdachte lost € 100,- tot € 150,- per maand af op haar schulden.
Gelet op voorgaande acht het hof het passend een lagere geldboete op te leggen dan gebruikelijk bij een ademalcoholgehalte als bewezen verklaard en deze verlaging te compenseren door de oplegging van een ontzegging van de rijbevoegdheid van een langere duur. Het hof legt de geldboete voor een deel voorwaardelijk op, dit acht het hof gelet op de financiële omstandigheden van verdachte een goed middel om herhaling te voorkomen. Gezien verdachtes financiële draagkracht bepaalt het hof dat de boete in termijnen betaald mag worden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 7 en 8 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van duizend tweehonderdvijftig euro;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vijfentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
beveelt, dat van de geldboete een gedeelte van vijfhonderd euro, subsidiair tien dagen hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
bepaalt dat het onvoorwaardelijke deel van de geldboete mag worden voldaan in vijf opeenvolgende maandelijkse termijnen elk groot honderdvijftig euro;
ontzegt aan de veroordeelde ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde feit de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van twaalf maanden.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. K.J. van Dijk, voorzitter, mr. G.N. Roes en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Roes voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.