ECLI:NL:GHARN:2010:BN7949
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- H.J. Deuring
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Vernieling door minderjarige verdachte met uitsluiting van bekennende verklaring op basis van Salduz-jurisprudentie
In deze zaak gaat het om een minderjarige verdachte die op 20 september 2010 door het Gerechtshof Arnhem is veroordeeld voor het vernielen van ruiten en een vensterbank van een schoolgebouw. De verdachte, die ten tijde van het delict 12 jaar oud was, had samen met anderen openlijk geweld gepleegd tegen de eigendommen van de school. De kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad had de verdachte eerder veroordeeld tot een werkstraf van twaalf uren of zes dagen vervangende jeugddetentie.
Het hof heeft de bekennende verklaring van de verdachte uitgesloten van het bewijs, omdat deze verklaring was afgelegd zonder dat de verdachte voorafgaand aan het verhoor door de politie was gewezen op zijn recht op consultatiebijstand, zoals vereist door de Salduz-jurisprudentie. Dit leidde ertoe dat het hof de bekennende verklaring niet als bewijs kon gebruiken.
Op basis van andere bewijsmiddelen, zoals de aangifte van het slachtoffer en verklaringen van getuigen, heeft het hof echter vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde feit. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar het subsidiair ten laste gelegde bewezen verklaard.
De straf is gemotiveerd op basis van de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft rekening gehouden met rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming, die adviseerden om een taakstraf op te leggen. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van twaalf uren, met de mogelijkheid van zes dagen jeugddetentie indien deze niet naar behoren wordt verricht.