ECLI:NL:GHARN:2010:BN7275

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
16 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000910-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van een laptop met voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1983, was beschuldigd van diefstal van een Apple Macbook Air op 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente]. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 42 uren, subsidiair 21 dagen hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte schuldig aan diefstal en heeft de straf bepaald op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten, maar ook met zijn recente positieve ontwikkelingen, zoals het hebben van een woning en een baan. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf, met de bijzondere voorwaarde dat hij zich onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland moet stellen. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, die alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. Het hof heeft de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak, begroot op nihil.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000910-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-602062-09
Arrest van 16 september 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 27 maart 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. G. Kaaij, advocaat te Alkmaar.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie weken, met een proeftijd van twee jaren onder de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen en voorschriften van de Stichting Reclassering Nederland. Voorts heeft hij gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf van 42 uren, subsidiair 21 dagen hechtenis en dat het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vordering.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente]met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Laptop (Apple Macbook Air), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf de [benadeelde] (filiaal [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een laptop (Apple Macbook Air), geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf de [benadeelde] (filiaal [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, de verpakking heeft geopend en (vervolgens) de laptop uit die verpakking heeft gehaald en/of (vervolgens) de laptop in een flyer/krant heeft gewikkeld en/of (vervolgens) de laptop in een winkelmandje heeft neergelegd en/of (vervolgens) meermalen, in ieder geval eenmaal de laptop (hardhandig) tussen de stellingen heeft geplaatst/achtergelaten teneinde de laptop (later) mee te nemen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een verpakking/doos, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf de [benadeelde] (filiaal [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Laptop (Apple Macbook Air), toebehorende aan winkelbedrijf de [benadeelde] (filiaal [straat]).
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Primair: diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een laptop. Hij heeft met zijn handelen een inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de benadeelde.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 juni 2010 - meermalen is veroordeeld ter zake van vermogensdelicten.
In beginsel rechtvaardigen voornoemde omstandigheden het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de recente positieve ontwikkelingen in het leven van verdachte - verdachte heeft ter zitting van het hof aangegeven dat hij nu een woning en een baan heeft en (mede) daarom voornemens is geen nieuwe delicten te plegen - zal het hof echter een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een werkstraf van na te melden duur opleggen.
Voorts heeft het hof kennis genomen van het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland d.d. 24 maart 2009 waarin in overweging wordt gegeven verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met een proeftijd gekoppeld aan een verplicht reclasseringscontact.
Om verdachte steun te bieden aan zijn goede voornemens uitvoering te (blijven) geven, zal het hof aan de voorwaardelijke straf de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich onder toezicht van de reclassering stelt en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat deze benadeelde partij in eerste aanleg niet-ontvankelijk is verklaard in de vordering en dat deze benadeelde partij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Naar het oordeel van het hof is de vordering van deze benadeelde partij niet eenvoudig van aard. Deze benadeelde partij dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van drie weken;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van twee?nveertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van eenentwintig dagen zal worden toegepast;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering,
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier.