Parketnummer: 24-000641-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-440250-09
Arrest van 3 september 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 26 februari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
Zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande,
thans verblijvende in PI Rijnmond - Gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. K. Kok, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen en heeft op de vorderingen van de benadeelde partijen beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake van de feiten 1 primair en 2 primair tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden onvoorwaardelijk met aftrek van de dagen reeds in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vordering en dat de in beslag genomen voorwerpen verbeurd worden verklaard.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en zal opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 3 november 2009 in de gemeente [gemeente 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf, om opzettelijk (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer bankpas(sen) en/of waardekaart(en), valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, bij de [benadeelde 1] aan/nabij de [straat] waar (een) door klanten/gebruikers van die bankinstelling voor het verrichten van geldopnames en/of geldbetalingen te gebruiken pinautomaat een samenstelsel van electronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen) heeft/hebben geplaatst, terwijl de (verdere) uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 november 2009 in de gemeente [gemeente 1] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pin en/of betaalautomaat weg te nemen een hoeveelheid electronische gegevens, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 1] en/of een of meer klant(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die pin en/of betaalautomaat te verschaffen en/of die/dat weg te nemen gegevens onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een samenstelsel van electronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen) heeft/hebben geplaatst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 november 2009 in de gemeente [gemeente 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een samenstelsel van electronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen), voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat samenstelsel van electronica bestemd was tot het plegen van enig misdrijf in artikel 232, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
2.
hij op of omstreeks 19 oktober 2009 te [plaats], gemeente [gemeente 2], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf, om opzettelijk (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer bankpas(sen) en/of waardekaart(en), valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, bij de [benadeelde 2] aan/nabij de [straat] waar (een) door klanten/gebruikers van die bankinstelling voor het verrichten van geldopnames en/of geldbetalingen te gebruiken pinautomaat een samenstelsel van electronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen) heeft/hebben geplaatst, terwijl de (verdere) uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 oktober 2009 te [plaats], gemeente [gemeente 2], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pin en/of betaalautomaat weg te nemen een hoeveelheid electronische gegevens, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 2] en/of een of meer klant(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die pin en/of betaalautomaat te verschaffen en/of die/dat weg te nemen gegevens onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een samenstelsel van electronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen) heeft/hebben geplaatst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 oktober 2009 te [plaats], gemeente [gemeente 2], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een samenstelsel van electronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen), voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat samenstelsel van electronica bestemd was tot het plegen van enig misdrijf in artikel 232, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
Vrijspraakverweer
Door de raadsman is ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de verdachte ter zake van feit 2 moet worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de persoon op de camerabeelden verdachte is. Naar de mening van de raadsman kan niet worden afgegaan op de ambtshalve herkenning van de verbalisanten. Het overige bewijs betreft indirect bewijs waaruit niet kan worden afgeleid dat de skimapparatuur geplaatst is en door wie die geplaatst is.
Het hof overweegt als volgt.
Er is geen aanleiding om het proces-verbaal van bevindingen waarin de verdachte door verbalisanten ambtshalve wordt herkend, niet te gebruiken voor het bewijs. De verbalisanten hebben verdachtes gelaatstrekken en uitdrukkingen tijdens het posten, de aanhouding en de verhoren kunnen waarnemen. Dat maakt dat zij in staat moeten worden geacht verdachte te herkennen op afbeeldingen. Steekhoudende argumenten van het tegendeel zijn gesteld noch gebleken. Het hof acht de ambtshalve herkenning door verbalisanten op grond van het vorenstaande betrouwbaar. Het hof stelt daarnaast vast er bij het incident in [gemeente 1] en het incident in [plaats] sprake was van een overeenstemmende modus operandi en dat beide incidenten in een relatief kort tijdsbestek zijn gepleegd bij twee banken in plaatsen welke dicht bij elkaar liggen. Alles in aanmerking nemende is het hof van oordeel dat er wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor feit 2. Het hof verwerpt het verweer van de raadsman.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 3 november 2009 in de gemeente [gemeente 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf, om opzettelijk (een) betaalpas(sen), bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen, te weten een of meer betaalpas(sen), valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, bij de [benadeelde 1] aan de [straat] in een door gebruikers van die bankinstelling voor het verrichten van geldopnames te gebruiken pinautomaat een samenstelsel van elektronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen) heeft/hebben geplaatst, terwijl de (verdere) uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op 19 oktober 2009 te [plaats], gemeente [gemeente 2], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf, om opzettelijk (een) betaalpas(sen), bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen, te weten een of meer bankpas(sen), valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, bij de [benadeelde 2] aan de [straat] in een door gebruikers van die bankinstelling voor het verrichten van geldopnames en/of geldbetalingen te gebruiken pinautomaat een samenstelsel van elektronica (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op de bij pin en/of betaalautoma(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen) heeft/hebben geplaatst, terwijl de (verdere) uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1 primair en 2 primair, telkens:
medeplegen van poging tot opzettelijk een betaalpas, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaken of vervalsen, met het oogmerk om zichzelf of een ander te bevoordelen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan een poging tot skimmen. Skimmen is een ernstig en hoogst hinderlijk misdrijf dat in het algemeen in georganiseerd verband plaatsvindt. In de huidige maatschappij moet een ieder er op kunnen vertrouwen dat hij op een veilige manier gebruik kan maken van pinautomaten om geld op te nemen. Dit vertrouwen wordt ernstig beschaamd als blijkt dat bij geldopnamen de vertrouwelijke gegevens van een betaalpas en de pincode door derden onrechtmatig worden verkregen en met die gegevens de bijbehorende rekeningen worden leeggehaald. De maatschappelijke kosten van dit misdrijf zijn dan ook hoog.
Blijkens een Uittreksel uit het Documentatieregister van d.d. 31 mei 2010 is verdachte niet eerder ter zake van een strafbaar feit veroordeeld.
Verdachte heeft weinig inzicht gegeven in zijn persoonlijke omstandigheden en drijfveren zodat het hof met deze aspecten geen rekening kan houden bij de straftoemeting.
Het hof ziet op grond van het voorstaande aanleiding dezelfde straf op te leggen als door de advocaat-generaal gevorderd en door de rechtbank Zwolle opgelegd.
Beslag
Het beslag betreft aan de verdachte toebehorende goederen met betrekking waartoe dan wel met behulp waarvan feit 1 is begaan, zodat verbeurdverklaring daarvan dient te volgen.
Vordering benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 1] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van de vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Het hof stelt vast dat voormelde vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] niet van zo eenvoudige aard is, dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling, dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering benadeelde partij [benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 2] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Het hof stelt vast dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is, dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling, dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 45, 47, 57 en 232 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd:
- 2 kruiskopschroevendraaiers
- 1 lamp (TL buis)
- 1 potje lijm
- 1 stukje kunststof, mogelijk onderdeel van de kaartleeshouder
bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 1] de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt deze benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 2] de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt deze benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. G. Dam en mr. H.K. Elzinga, in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse als griffier, zijnde mr. H.K. Elzinga buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
-