2.4 In artikel 5 van het vennootschapscontract is opgenomen dat de vader van belanghebbende zelfstandig bevoegd is de firma aan derden en derden aan de firma te binden, voor haar te tekenen en gelden voor haar uit te geven of te ontvangen. De overige vennoten zijn daartoe slechts tezamen met een andere vennoot bevoegd. Ingevolge artikel 8 wordt de winst aldus verdeeld dat iedere firmant eerst 6% over zijn kapitaal in de firma ontvangt en dat de resterende winsten of verliezen aan ieder voor 1/5 deel toekomen. Deze verdeling kan elk volgend boekjaar in onderling overleg worden gewijzigd. Ten slotte is opgenomen dat in onderling overleg een afzonderlijke extra vergoeding voor de geleverde arbeidsprestaties kan worden toegekend.
2.5 De bedrijfsactiviteit van vof F bestaat feitelijk uit het beschikbaar stellen van de arbeid van haar vennoten aan vof E, waarbij deze vennoten van vof F, waaronder belanghebbende, verkoopwerkzaamheden verrichten ten behoeve van vof E. In het onderhavige jaar waren bij vof F geen werknemers in dienst.
2.6 Vof E voert een administratie. Door vof F wordt geen afzonderlijke (eigen) administratie gevoerd. De beide vennootschappen onder firma worden in de jaarrekening van vof E als één geheel gepresenteerd door middel van een geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening.
2.7 Tot de gedingstukken behoren afschriften van de balans en winst- en verliesrekening over 2001 van vof F, van de vennootschappelijke balans- en winst- en verliesrekening van vof E en van de samengevoegde balans en winst- en verliesrekening van beide firma’s. De balans van vof F per ultimo 2001 bevat als bezitting alleen een vordering van f 151.435 op groepsmaatschappijen, waarmee vof E wordt bedoeld. In de winst- en verliesrekening is een netto omzet van f 200.000 verantwoord en aan overige bedrijfskosten is een bedrag van f 12.000 opgenomen, resulterende in een winst van f 188.000. In de balans van vof E is een schuld van f 151.435 aan groepsmaatschappijen opgenomen, waarmee vof F wordt bedoeld. De winst van vof E over 2001 bedraagt f 35.407. Uit de samengevoegde balans van beide firma’s blijkt dat - na samenvoeging en eliminatie van de onderlinge schuld/vordering - de bezittingen en schulden volledig gelijk zijn aan de bezittingen en schulden van vof E. De som van de winsten van beide firma’s is gelijk aan de winst volgens de samengevoegde winst- en verliesrekening. De in de winst- en verliesrekening van vof F opgenomen omzet is een van vof E ontvangen vergoeding voor de ten behoeve van deze laatste vennootschap verrichte werkzaamheden. De in de winst- en verliesrekening van vof F opgenomen kosten betreft een doorbelasting van kosten door vof E. Vaststaat dat de situatie in 2001 mutatis mutandis niet verschilt van de situatie in 2002.
2.8 Aan de dienstverlening van vof F aan vof E ligt geen schriftelijke overeenkomst ten grondslag, noch worden er door vof F ter zake facturen uitgereikt aan vof E. Vof E handelde in het onderhavige jaar niet alleen onder haar eigen naam, maar ook onder haar handelsnaam “Vof F” en onder de naam “Vof F Nederland”. Naar ter zitting namens belanghebbende desgevraagd uitdrukkelijk is verklaard, waren de arbeidsovereenkomsten met “Vof F Nederland” in wezen gesloten met vof E. Hetzelfde geldt voor de tot de gedingstukken behorende facturen gericht aan “Vof F Nederland”. Deze waren bestemd voor vof E. Vof F heeft daarentegen nimmer (op eigen naam) facturen uitgereikt aan cliënten ter zake van verrichte activiteiten, ook niet ter zake van activiteiten die waren verricht door vof E.
2.9 Jaarlijks wordt vanuit vof E een bedrag ten gunste van de rekening-courant met vof F geboekt, zoals hiervoor onder 2.7 bedoeld. De bedoelde overboeking ziet uitsluitend op de arbeid die de firmanten van vof F Nederland aan vof E beschikbaar hebben gesteld. Ter zake wordt vervolgens door belanghebbendes vader de arbeidsbeloning van de vennoten van vof F vastgesteld. Er is geen onderliggende berekening of schriftelijke afspraak dienaangaande aanwezig ter zake van de onderlinge jaarlijkse verrekening tussen vof F en vof E, noch ter zake van de vergoeding van belanghebbende en zijn broers als vennoten in de vof F.
2.10 De vennoten vof F zijn op 22 september 2003 met ABN/AMRO – naast een verpanding - overeengekomen dat zij vanaf die datum hun vordering op vof E ten minste op € 80.000 zullen houden en deze vordering achterstellen ten opzichte van de vordering die de bank op deze laatstbedoelde vof heeft, zulks op verbeurte van een boete van € 80.000.
2.11 In het onderhavige jaar heeft vof E aan belanghebbende en zijn broers steeds een personenauto in de zin van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) ter beschikking gesteld voor het verrichten van arbeid alsmede voor privégebruik. Tot februari 2002 betrof het zogenoemde Dodge Ram vans. Een Dodge Ram van is feitelijk een Chrysler Voyager personenauto die voldoet aan de eisen van een zogenoemd “grijs kenteken”. Door belanghebbende en zijn medevennoten/broers in vof F is in hun aangiften IB/PVV 2002 geen rekening gehouden met de fiscale gevolgen van het privégebruik met deze auto’s. Voor belanghebbende ging het in het onderhavige jaar om een Dodge Ram van 2,4i, met een cataloguswaarde van € 18.984.
2.12 In maart 2001 is E-F GmbH, later E GmbH (hierna: de GmbH), opgericht. Vanaf november 2001 zijn de op dat moment nog vrij beperkte verkoopactiviteiten van vof E in Duitsland ondergebracht in de GmbH. Door vof E wordt ter zake van de leveringen aan Duitse afnemers gefactureerd aan de GmbH. De GmbH verzorgt de verkopen aan Duitse afnemers, welke van de GmbH een factuur ontvangen. Alle aandelen in de GmbH worden gehouden door belanghebbendes vader. Belanghebbende en zijn broers waren in het onderhavige jaar in loondienst bij de GmbH. Voor hen geldt dat zij op afroep tijd beschikbaar moeten maken voor de GmbH ten behoeve van vertegenwoordigingsactiviteiten. Een aantal per periode te werken uren is niet in het arbeidscontract opgenomen. De feitelijke activiteiten van belanghebbende en zijn broers voor de GmbH bestaan uit het bezoeken van potentiële klanten in Duitsland. Deze activiteiten maakten voordien deel uit van de activiteiten die zij voor vof E verrichtten.
2.13 Van februari tot en met december 2002 stonden aan belanghebbende en zijn broers elk een Volkswagen Passat ter beschikking. Feitelijk waren deze auto’s de vervanging van de Dodge’s Ram van. De Volkswagens waren echter geen eigendom van Vof E, doch van de GmbH. Ook ten aanzien van deze Volkswagens is door belanghebbende en zijn broers geen privégebruik aangegeven. De cataloguswaarde van de aan belanghebbende ter beschikking gestelde Volkswagen Passat bedraagt € 32.435,-.
2.14 Volgens de arbeidscontracten, die voor belanghebbende en zijn broers mutatis mutandis hetzelfde zijn, bedraagt het maandelijkse loon uit de GmbH € 665. Blijkens de jaarrekening van de GmbH zijn de loonkosten echter hoger geweest. Voor 2002 bedroegen de loonkosten € 33.872, hetgeen neerkomt op € 11.290 per persoon, inclusief de kosten van de hiervoor – onder 2.12 – bedoelde personenauto’s. De lonen werden door vof E betaald en in rekening-courant met de GmbH verrekend. Ondanks een correctie door de Duitse belastingdienst, gaan partijen er – naar zij ter zitting eenparig hebben verklaard – vanuit dat al hetgeen belanghebbende en zijn broers in het onderhavige jaar uit de GmbH hebben ontvangen voor de Nederlandse belastingheffing als loon uit dienstbetrekking moet worden beschouwd.
2.15 De vader van belanghebbende is naast enig aandeelhouder in het onderhavige jaar ook de enige bestuurder van de GmbH. Hij is woonachtig in Z, Nederland, en beschikte aldaar over kantoorruimte. Ook belanghebbende en zijn broers, de werknemers van de GmbH, zijn woonachtig in Z. Op maandag en vrijdag werden op dit kantooradres werkbesprekingen gehouden waarbij zowel de beide ouders als de drie zonen aanwezig waren. Dan werden naast de activiteiten van vof E ook de activiteiten van de GmbH besproken. In het onderhavige jaar werd de administratie van de GmbH op het kantooradres in Z gevoerd, met uitzondering van de loonadministratie. Een bestelling van een Duitse klant werd net als voorheen bij vof E - op kantoor in Z ontvangen, verwerkt, uitgeleverd en gefactureerd. De Duitse klanten bestellen rechtstreeks in Z. De internetsite verwijst naar het Nederlandse e-mailadres. De bestellingen worden in Z ontvangen, gereedgemaakt en naar de klanten verzonden.
2.16 Belanghebbende heeft een stuk genaamd “Mietvertrag für Gewerberäume” overgelegd. Daarin staat vermeld, dat de GmbH op 29 maart 2001 met I Consult (hierna: I) te Q (Duitsland, hierna: Q) een huurovereenkomst heeft gesloten ter zake van een bedrijfsruimte te Q. Als huursom staat een bedrag vermeld van DM 3.500 per jaar, exclusief Mehrwertsteuer. In deze overeenkomst is voorts opgenomen: “Zum Betriebe eines Büros wird ein Büroraum gemietet im Haus auf dem Grundstück a-strasse 1, Q. Mitbenutzt werden dürfen: allgemeine Flächen und Toiletten.”.
2.17 Bij brief van I van 29 maart 2001 aan de ouders, schrijft I onder meer: “U heeft zojuist besloten een postadres te nemen, daarvoor heeft u een huurcontract moeten ondertekenen voor een kantoorruimte. Om onduidelijkheden te voorkomen wijzen wij u erop dat u het huurcontract heeft ontvangen wegens belastingtechnische redenen. Echter gaat het natuurlijk om een postadres. In de bijlage vindt u een kopie van deze brief. Wij verzoeken u deze met een paraaf voor gezien akkoord aan ons te retourneren.”.
2.18 De GmbH ontvangt van I elk half jaar twee facturen. Op de ene factuur staan de volgende posten vermeld die zien op het komende halfjaar: “Postadresse Nützungszeitraum (…)”, “Postversorgung vom (…)” en “Miete Telefonweiterleitung Abrechnungszeitraum (…)“. De andere factuur betreft de portokosten die I in het afgelopen halfjaar heeft moeten maken met een opslag van 10%. De door de Inspecteur overgelegde facturen zie op de periode die loopt tot en met 29 maart 2004.
2.19 Op 25 augustus 2003 is een boekenonderzoek aangekondigd bij vof F. De eerste dag van het onderzoek was 4 september 2003. Met dagtekening 4 oktober 2006 (vof F) en 10 oktober 2006 (vof E en de GmbH) zijn controlerapporten opgemaakt.
2.20 Naar aanleiding van het onderzoek is aan belanghebbende de bestreden aanslag opgelegd.
2.21 Op 26 september 2006 zijn belanghebbende, zijn ouders en zijn broers samen overeengekomen om met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 de vennootschap onder firma “E & Zn.” aan te gaan. In de considerans van die overeenkomst is onder meer bepaald: “dat de vennoten 1, 2, 3, 4 en 5 sedert 1 oktober 1995 een onderneming drijven in de vorm van een vennootschap onder firma onder de handelsnamen “F Nederland V.O.F.” en “E en Zonen”; dat partijen voornemens zijn vanaf 1 januari 2006 de genoemde ondernemingen gezamenlijk voor rekening en risico van één vennootschap onder firma voort te zetten”.