ECLI:NL:GHARN:2010:BN5777
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- H.J. Deuring
- J.H. Bosch
- Rechtspraak.nl
Algehele vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1992 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij ook het onderzoek in eerste aanleg is meegenomen.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden van de tenlastegelegde feiten en dat de benadeelde partij, [benadeelde], niet-ontvankelijk zou worden verklaard in zijn vordering. Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig was om de verdachte te veroordelen. Hierdoor heeft het hof het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken.
De benadeelde partij had zich in eerste aanleg gevoegd in het geding, maar zijn vordering was niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat de voeging van de benadeelde partij in hoger beroep voortduurt, maar gezien de vrijspraak van de verdachte, is de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard. De kosten van het geding zijn op nihil begroot, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces. Het hof heeft recht gedaan op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de belangen van zowel de verdachte als de benadeelde partij in overweging zijn genomen.