ECLI:NL:GHARN:2010:BN5519
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- P.J.M. van den Bergh
- J. Hielkema
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal door inklimming met voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal door middel van inklimming, waarbij hij op 25 september 2007 in een pand in [plaats] een geldbedrag van 100 euro had weggenomen. De politierechter had een straf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte, maar heeft de zaak inhoudelijk behandeld.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van twee weken, met toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging. Het hof heeft echter besloten om het vonnis van de politierechter te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft gelet op het tijdsverloop sinds het begaan van het feit en de omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij na een moeilijke periode in 2008 niet meer met justitie in aanraking is gekomen voor vermogensmisdrijven.
Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaar. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf is afgewezen. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op basis van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft de artikelen 14a, 14b, 14c, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.