ECLI:NL:GHARN:2010:BN3636
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van minderjarige verdachte wegens gebrek aan bewijs in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft een minderjarige verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging tegen meerdere voertuigen en een rozenboog op 7 juni 2009. De kinderrechter had de verdachte eerder veroordeeld, maar de verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de verklaringen van de getuigen, [getuige 1] en [getuige 2], beoordeeld. Het hof kwam tot de conclusie dat deze verklaringen niet betrouwbaar waren, aangezien de getuigen ten tijde van de gebeurtenissen onder invloed van alcohol waren. Hierdoor ontbrak het hof aan voldoende bewijs om de verdachte te veroordelen voor het ten laste gelegde feit. De verdachte heeft steeds ontkend enige betrokkenheid te hebben gehad bij de vernielingen.
Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vrijspraak van de verdachte betekent dat er geen basis is voor schadevergoeding. Het hof heeft bepaald dat de kosten van het geding voor beide partijen komen te vervallen, aangezien er geen schadevergoeding is toegewezen.
Deze uitspraak benadrukt het belang van betrouwbare getuigenverklaringen en de noodzaak van voldoende bewijs in strafzaken, vooral wanneer het gaat om minderjarigen. Het hof heeft met deze beslissing recht gedaan aan de verdachte, die niet bewezen kon worden dat zij betrokken was bij de gepleegde feiten.