ECLI:NL:GHARN:2010:BN0506

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
28 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000340-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgingszaak wegens medeplegen van handel in XTC met algehele vrijspraak

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1973 en woonachtig in Nederland, was eerder veroordeeld voor een misdrijf gerelateerd aan de handel in XTC. De rechtbank had hem een straf opgelegd, maar de verdachte ging hiertegen in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep verklaarde de raadsman van de verdachte dat hij gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van tweehonderd uren, met aftrek van voorarrest.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De tenlastelegging betrof het opzettelijk vervoeren, verkopen, afleveren en/of verstrekken van ongeveer 6000 pillen MDMA en/of amfetamine, wat onder de Opiumwet valt. Na het bestuderen van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, kwam het hof tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

De uitspraak van het hof vond plaats op 28 juni 2010, waarbij het hof de zaak opnieuw beoordeelde en de verdachte vrijsprak van de hem ten laste gelegde feiten. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, met mr. W. Foppen als voorzitter, en mr. G. Dam en mr. J. Hielkema als leden van de kamer, in aanwezigheid van griffier mr. A. Meester.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000340-07
Parketnummer eerste aanleg: 07-400792-05
Arrest van 28 juni 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 8 februari 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. P. van Zon, advocaat te 's-Hertogenbosch.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van tweehonderd uren, met aftrek van voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 3 november 2005 in de gemeente [gemeente], althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, verkocht, afgeleverd en/of verstrekt aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 6000 pillen en/of tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine een middel of middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vrijspraak
Het hof heeft op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet de overtuiging kunnen bekomen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan hetgeen hem is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. G. Dam en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier.