ECLI:NL:GHARN:2010:BN0506
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervolgingszaak wegens medeplegen van handel in XTC met algehele vrijspraak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1973 en woonachtig in Nederland, was eerder veroordeeld voor een misdrijf gerelateerd aan de handel in XTC. De rechtbank had hem een straf opgelegd, maar de verdachte ging hiertegen in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep verklaarde de raadsman van de verdachte dat hij gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van tweehonderd uren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De tenlastelegging betrof het opzettelijk vervoeren, verkopen, afleveren en/of verstrekken van ongeveer 6000 pillen MDMA en/of amfetamine, wat onder de Opiumwet valt. Na het bestuderen van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, kwam het hof tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van alle beschuldigingen.
De uitspraak van het hof vond plaats op 28 juni 2010, waarbij het hof de zaak opnieuw beoordeelde en de verdachte vrijsprak van de hem ten laste gelegde feiten. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, met mr. W. Foppen als voorzitter, en mr. G. Dam en mr. J. Hielkema als leden van de kamer, in aanwezigheid van griffier mr. A. Meester.