ECLI:NL:GHARN:2010:BN0404
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervolgingszaak wegens voorbereidingshandelingen tot handel in XTC met algehele vrijspraak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om de vervolging van een verdachte wegens het plegen van voorbereidingshandelingen tot het medeplegen van handel in XTC. De zaak was in hoger beroep gekomen na een veroordeling door de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte had in eerste aanleg een straf opgelegd gekregen, maar ging hiertegen in beroep. Het hof heeft op 28 juni 2010 uitspraak gedaan na het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, waarbij ook het onderzoek in eerste aanleg werd meegenomen.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van negentig uren, waarvan vijfenveertig uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen die de verdachte zou hebben verricht in de periode van 4 november 2005 tot 2 december 2005, waaronder het verstrekken van informatie over de levering van XTC-pillen en het ontvangen van geldbedragen in het kader van deze handel.
Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de hem verweten gedragingen had gepleegd binnen de ten laste gelegde periode. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte slechts één van de verweten gedragingen had gepleegd, namelijk het verstrekken van het telefoonnummer van een mogelijke leverancier van XTC. Aangezien niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat deze gedraging binnen de ten laste gelegde periode had plaatsgevonden, heeft het hof de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
De uitspraak van het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en spreekt de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en is opgemaakt in aanwezigheid van de griffier.