ECLI:NL:GHARN:2010:BN0334
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- H. Heins
- G.N. Roes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep voor diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem op 25 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor het medeplegen van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De politierechter had een straf opgelegd en een maatregel getroffen, maar de verdachte ging hiertegen in hoger beroep. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 23 september 2008 en 11 juni 2010 is het bewijs tegen de verdachte besproken. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van vijf maanden en een schadevergoeding aan de benadeelde partij. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank had niet de overtuiging gekregen dat de verdachte de feiten had begaan, en heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De benadeelde partij, die zich in de eerste aanleg had gevoegd, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. Het hof heeft de kosten van het geding voor de benadeelde partij op nihil vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.