ECLI:NL:GHARN:2010:BN0331
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Streppel
- H. Hofstee
- A. Weening
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot nakoming van echtscheidingsovereenkomst betreffende de echtelijke woning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een vrouw en een man in het kader van hun echtscheiding. De vrouw had in eerste aanleg een vordering ingesteld bij de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin zij de man verzocht om de echtelijke woning te verlaten, zodat deze kon worden verkocht. De voorzieningenrechter had deze vordering afgewezen, omdat de woning in gezamenlijke eigendom was en er geen beslissing was dat de vrouw de woning met uitsluiting van de man mocht bewonen.
De vrouw heeft hoger beroep ingesteld en in haar beroepschrift verzocht om de man te veroordelen de woning onmiddellijk te verlaten. De vrouw voerde aan dat er in december 2009 een overeenkomst was gesloten tussen partijen, waarin was vastgelegd dat de man de woning zou verlaten als hij niet in staat was om de woning te financieren. De man had deze stelling niet betwist, maar voerde aan dat de vrouw hem mondeling had toegestaan langer in de woning te blijven.
Het hof oordeelde dat de vordering van de vrouw tot nakoming van de overeenkomst moest worden toegewezen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor zover het de vordering van de vrouw afwees en veroordeelde de man om de woning binnen twee dagen na betekening van het arrest te verlaten. Daarnaast werd de man gelast mee te werken aan de taxatie en verkoop van de woning, met een dwangsom van € 500 per dag bij niet-naleving. Het hof compenseerde de proceskosten, gezien de status van partijen als gewezen echtelieden.