ECLI:NL:GHARN:2010:BM9974
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Visfraude en valsheid in geschrifte bij zeevisdocumenten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was beschuldigd van visfraude door het vals opmaken van documenten die betrekking hadden op tien zeevisreizen, waarbij een vangstbeperking gold. De verdediging voerde aan dat de Regeling eisen aan administraties van transacties inzake zeevis als een systematische specialis moet worden beschouwd ten opzichte van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof oordeelde echter dat er geen aanknopingspunten waren om aan te nemen dat de wetgever een dergelijke verhouding had beoogd. Het hof kwalificeerde de bewezen feiten als valsheid in geschrifte.
De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 97.500, waarvan € 25.000 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De straf werd verminderd met € 2.500 vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. Het hof bevestigde de bewezenverklaring van de feiten, die zich hebben voorgedaan in de periode van 1 april 2002 tot en met 21 april 2005. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de controle van de visvangstregelgeving, maar erkent ook de medewerking van de verdachte aan het onderzoek.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op basis van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de huidige stand van zaken in de onderneming van de verdachte. De uitspraak is een belangrijke bevestiging van de noodzaak om de regelgeving rondom visvangst en de bijbehorende administraties strikt na te leven, om overbevissing en oneerlijke concurrentie te voorkomen.