ECLI:NL:GHARN:2010:BM9973
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Visfraude en valsheid in geschrifte bij zeevisreizen met vangstbeperkingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, een onderneming, werd beschuldigd van visfraude door het vals opmaken van documenten die betrekking hadden op twee zeevisreizen. Deze documenten waren essentieel voor de aanvoer, veiling en verkoop van zeevis waarvoor een vangstbeperking gold. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 25.000,--, maar de verdachte ging in hoger beroep tegen de strafoplegging.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal een geldboete van € 18.000,-- geëist, waarvan € 9.000,-- voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, waarbij het opmerkt dat de verdachte opzettelijk de controle op de naleving van de visvangstregels heeft bemoeilijkt, wat heeft geleid tot overbevissing en concurrentievervalsing. Het hof heeft echter ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, wat resulteerde in een vermindering van de geldboete met € 2.000,--.
Uiteindelijk heeft het hof de geldboete vastgesteld op € 18.000,--, waarvan € 9.000,-- voorwaardelijk. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de strafoplegging, die werd vernietigd. De beslissing is genomen met inachtneming van de financiële situatie van de onderneming en de houding van de verdachte tijdens de zitting, die blijk gaf van inzicht in het strafwaardige van haar gedrag en maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen.